muis
Uiterlijk
- Geluid: muis (hulp, bestand)
- IPA: / mœys / (1 lettergreep)
- (Noord-Nederland): /mœʏ̯s/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /mœːs/
- muis
- [1] erfwoord via Middelnederlands muus van Oudnederlands mus, in de betekenis van ‘knaagdier’ aangetroffen vanaf de 10e eeuw [1] [2] [3]
- [5] (verkorting) van muizenkeuteltjes [4]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | muis | muizen |
verkleinwoord | muisje | muisjes |
de muis v
- (knaagdieren) klein zoogdier, meestal van het geslacht Mus , met spitse snuit, grote oren en ogen en een lange, bijna onbehaarde staart
- ▸ Soms ook zelfs plastic driewielers, leren laarzen en een bierflesje met een dode muis erin.[5]
- verlegen, onopvallend persoon
- (informatica) invoerapparaat voor de computer dat wordt bewogen over een mat of ander oppervlak om een aanwijzer op een beeldscherm te bewegen
- Mijn muis was stuk dus moest ik alles met het toetsenbord doen.
- (anatomie) het onderste vlezige deel van de duim
- (alleen verkleinwoord meervoud) gesuikerde anijszaadjes, gebruikt als broodbeleg
- Als er een kind geboren is, wordt traditioneel getrakteerd op beschuit met muisjes.
- [3] computermuis
|
Als er geen (m,n. ouderlijk) toezicht is, doen de kinderen waar ze zin in hebben
Vastzitten zonder uitweg
Er is heel veel beloofd, maar daar is niets of heel weinig van waargemaakt
Het is beter om altijd een alternatieve oplossing, een plan B achter de hand te hebben
Iemand voor de gek houden, met iemand sollen
Vergaan zonder overlevenden (v.e. schip)
Heel stil
|
1. klein zoogdier, meestal van het geslacht "Mus"
|
|
2. Verlegen, onopvallend persoon
3. computermuis
4. Onderste deel van de duim
5. Gesuikerde anijszaadjes
vervoeging van |
---|
muizen |
muis
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van muizen
- Ik muis.
- gebiedende wijs van muizen
- Muis!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van muizen
- Muis je?
- Het woord muis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "muis" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Oudnederlands Woordenboek
- ↑ muis op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Erfwoord in het Nederlands
- Verkorting in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Knaagdieren in het Nederlands
- Zoogdieren in het Nederlands
- Informatica in het Nederlands
- Anatomie in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %