Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: watt


  • wat
  • erfwoord als vragend voornaamwoord aangetroffen vanaf 901 [1]
  • afkomstig van:
Middelnederlands: wat
Oudnederlands: wat
Germaans: *hwat
Indo-Europees: *kʷós, *kʷís
  • Verwant in Germaans:
West: Engels: who, what, why (Angelsaksisch: hwā, hwæt, hwȳ), Duits: wer, was, wie, (Oudhoogduits: wēr, waz, wiu), Fries: wa, wat (Oudfries: hwā, hwet)
Noord: Zweeds: vem, Deens/Noors: hvem, (Oudnoords: hvar, hver, hverr), IJslands: hver, hvað, hví, Faeröers: hvør, hvat, hví
Oost: Gotisch: hwas, hwa, hwe

wat

  1. iets, een beetje.
    • Ik heb toch wat gewonnen! 
  2. enigszins
    • Je ziet er wat vermoeid uit. 
  • elk wat wils
    met iets aantrekkelijks voor iedereen
  • het oog wil ook wat
    mensen vinden het fijn als iemand er verzorgd uitziet
  • na wat gepimpel, is de geest wat simpel.
    na wat te hebben gedronken ben je meestal niet meer helder van geest

wat

  1. om naar een of meer zaken te vragen.
    • Wat eten we vandaag? 
    • Wat betekent dit? 
  • "wat nu?" zei Pichegru
    gezegd in een lastige situatie zonder voor de hand liggende oplossing
  • wat schetst mijn verbazing
    benadrukt een verassende ervaring
  • wat baten kaars en bril, als den uil niet zien en wil
    het heeft geen zin iemand te helpen die toch niet wil meewerken
  • wat heb ik nou aan mijn fiets hangen?
    uitroep van verbazing over iets wat je beleeft

wat

  1. na alles, iets, niets, datgene.
    • Alles wat ik heb. 
  2. na twijfel of onbekendheid.
    • Ik weet niet wat er met hem aan de hand is. 
  3. met insluiting van antecedent: datgene wat.
    • Ik geef hem wat hij verdient. 
  4. terugverwijzend naar een gehele zin.
    • Hij was ernstig ziek, wat reden was de zaak af te gelasten. 
  • wat er al wel en niet was
  • april doet wat hij wil
    de maand april is qua weer erg veranderlijk
  • geld wat stom is, maakt recht wat krom is.
    met geld kan men de ergste dingen goedmaken (voor geld is alles te koop)
  • het is niet alles goud wat er blinkt.
    de dingen lijken mooier dan ze in werkelijkheid zijn; mooie verwachtingen kunnen weleens een addertje onder het gras verbergen
  • het koste wat het kost
  • koste wat het kost
  • koste wat kost
  • kost wat kost
  • weten wat voor vlees je in de kuip hebt
    ervaren hebben of iemand geschiktheid of betrouwbaar is
  • laat uw linkerhand niet weten wat uw rechterhand doet.
    als je een ander geld geeft kun je dat beter stilhouden want anderen hoeven het niet te weten
  • stel niet uit tot morgen, wat je vandaag kunt doen.
    doelt op actie, wees niet lui of gemakzuchtig, ga door en wel nu. ofwel: door nu het werk al te doen geeft het later een rustiger gevoel
  • wat de boer niet kent dat eet hij niet.
    onbekend maakt onbemind ofwel: als iets onbekend is eten sommige mensen dat niet
  • wat het oog niet ziet, wat het hart niet deert.
    wat je niet ziet en niet weet heb je ook geen last
  • wat het zwaarst is moet het zwaarst wegen.
    wat het belangrijkste is moet de doorslag geven
  • wat in het vat zit, verzuurt niet.
    iets wat goed is, en goed bewaard wordt, verliest zijn waarde niet ofwel: wat belooft is zal ook worden ingelost
  • wat niet weet, wat niet deert.
    waar je geen weet van hebt kun je ook geen last hebben
  • weet wat je zegt, maar zeg niet alles wat je weet.
    wees voorzichtig met woorden en je informatie
  • wie geeft wat hij heeft, is waard dat hij leeft.
    als je zoveel geeft zoveel je kunt, dan kan niemand je iets verwijten

wat

  1. zeer, erg, heel
    • Wat leuk voor je! 
    • Wat ben ik daar blij mee! 
  • wat een poespas!
  • wat een uilskuiken!
  • wat een
    benadrukt dat het daarop volgende zelfstandige naamwoord bij uitstek de kenmerkende eigenschappen bezit
  • aap wat heb je mooie jongen.
    iemand probeert door lief en aardig te doen iets gedaan te krijgen
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]