Naar inhoud springen

oss

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Oss
  • oss
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord oss, dat de objectsvorm van vér en mér is.
Naar frequentie 51

oss

  1. (1e persoon meervoud, objectsvorm) ons
    «Kan noen fortelle oss hva som har skjedd her?»
    Kan iemand ons vertellen wat er hier gebeurd is?
getal / respect pers. genus / bezield onderwerp (nominatief) nld. voorwerp (accusatief) nld.
enkelvoud 1e    jeg  ik  meg  mij
2e    du  jij  deg  jou
3e m persoon
m ding
 han 
 den 
hij  han  /  ham 
 den 
hem
v persoon
v ding
 hun 
 den 
zij  henne 
 den 
haar
o  det  het  det  het
meervoud 1e    vi  wij  oss  ons
2e    dere  jullie  dere  jullie
3e    de  zij  dem  hen
beleefdheidsvorm 2e    De  u  Dem  u


  • oss
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord oss, dat de objectsvorm van vér en mér is.

oss

  1. (1e persoon meervoud, objectsvorm) ons
getal / respect pers. genus onderwerp (nominatief) nld. voorwerp (accusatief) nld.
enkelvoud 1e    eg  ik  meg  mij
2e    du  jij  deg  jou
3e m  han  hij  han  ( honom ) hem
v  ho  zij  ho  /  henne  haar
o  det  het  det  het
meervoud 1e    vi  wij  oss  ons
2e    de  jullie  dykk  jullie
3e    dei  zij  dei  hen
beleefdheidsvorm 2e    De  u  Dykk  u


oss

  1. ons