Flur

Beiers

Woordafbreking

• Flur

Zelfstandig naamwoord

Flur

1. (scheikunde)(element) fluor; een chemisch element met atoomnummer 9 en een geelgroen halogeen

Afkorting

• F

Duits

Uitspraak

• IPA: /fluːɐ̯/
• Geluid:  Flur    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• Flur

Zelfstandig naamwoord

Flur

1. hal; de ruimte tussen de voordeur en het trappenhuis en / of woonbereik
2. corridor; gang (in een gebouw)

Afgeleide begrippen

Dorfflur Feldflur Flurbereinigung Flurbuch Flurgang

Flurgraben Flurkarte Flurname Flurschaden Flurschütz

Flurstein Flurstück Flurvermessung Flurzaun Flurzwang