Om 13:45 uur ging de Italiaan Fabio Sabatini als eerste van start vanuit het Omnisportcentrum voor een individuele tijdrit van bijna tien kilometer.[1][2] De eerste echte richttijd werd gezet door Matthias Brändle. Met 11'17" was hij elf tellen sneller dan de snelste tijd tot dan toe. Kort erna dook Tobias Ludvigsson zes secondes onder de tijd van Brändle. Bijna honderd renners wisten de tijd van de Zweed niet te verbeteren, tot Primož Roglič, die 11'03" reed. Van de daaropvolgende coureurs kwam Andrey Amador, de nummer vier van de Giro van vorig jaar, met 11'09" het dichtst bij Roglič' tijd. Uiteindelijk wist enkel thuisrijder Tom Dumoulin nog sneller te rijden dan de Sloveen: bij de aankomst in de Loolaan kwam hij tot dezelfde tijd als Roglič, maar op basis van duizendste van een seconde ging de winst naar Dumoulin. Als winnaar van de eerste rit werd hij ook direct leider in het algemeen klassement en het puntenklassement. De witte trui voor de beste jongere ging naar Ludvigsson. Van de favorieten voor de eindzege reed Vincenzo Nibali de snelste tijd (zestiende in 11'22").[3]