post
Niet te verwarren met: post-, Post |
- Geluid: post (hulp, bestand)
- IPA: / pɔst / (1 lettergreep)
- (Noord-Nederland): /pɔst/
- (Vlaanderen, Brabant): /pɔst/
- (Limburg): /pɔs/
- post
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘paal’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1] [2] [3] [4] [5] [6] [7] [8] [9]
[1, 2] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | post | - |
verkleinwoord | - | - |
[3-7] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | post | posten |
verkleinwoord | postje | postjes |
de post v / m [10] [11] [12] [13] [14] [15] [16] [17] [18] [19] [20]
- (geen meervoud) toegezonden materiaal, zoals brieven; poststuk - poststukken
- Maak jij de post even open?
- (geen meervoud) (bedrijfskunde) de posterijen en hun werknemers
- Hij werkt bij de post.
- (financieel) een boekhoudkundige term voor een geboekt (aantal) bedrag(en), uren of andere administratieve eenheden
- Wilt u een openstaande post afboeken?
- (bouwkunde) de stijl / het kader van een deur of raam
- een plek waar iemand gestationeerd is
- (internet) een (meestal kort) tekstbericht op een internetforum
- (economie) betrekking [2], dienstverband
- ▸ Want de arbeidersmeerderheid had het probleem dat ze geen opgeleide mensen hadden voor alle bureaucratische en politieke posten.[21]
- [1] poststuk
- [2] postbedrijf
- [4] deurpost
- (1) luchtpost, pakketpost, veldpost
- (3) loonpost, schadepost, contrapost
- (4) deurpost, raampost
- (5) commandopost, ehbo-post, hulppost, kruispost, missiepost, observatiepost, politiepost, uitkijkpost, veldpost, voorpost, waarnemingspost, wachtpost, ambassadepost
|
1. toegezonden materiaal, zoals brieven; poststuk - poststukken
vervoeging van |
---|
posten |
post
- Het woord post staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "post" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[22] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "post" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ post op website: Etymologiebank.nl
- ↑ post op website: Etymologiebank.nl
- ↑ post op website: Etymologiebank.nl
- ↑ post op website: Etymologiebank.nl
- ↑ post op website: Etymologiebank.nl
- ↑ post op website: Etymologiebank.nl
- ↑ post op website: Etymologiebank.nl
- ↑ post op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud |
---|---|
post | posts |
post
- (materiaalkunde) paal [1]
- (sport) doelpaal
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to post |
he/she/it | posts |
verleden tijd | posted |
voltooid deelwoord |
posted |
onvoltooid deelwoord |
posting |
gebiedende wijs | post |
post
- onovergankelijk met postpaarden reizen
- overgankelijk posten
- overgankelijk bekendmaken
- overgankelijk, (sport) neerzetten [3]
- overgankelijk, (juridisch) aanklagen
pŏst + accusatief
post
- IPA: /pɔst/
- post
- Afgeleid van het Proto-Slavische *postъ
- IPA: /pɔst/
- post
- (spreektaal) hoge positie
- «Nově zvolený americký prezident Donald Trump oznámil, že na post ministra obrany jmenuje příští týden generála ve výslužbě Jamese Mattise.»
- De nieuw gekozen Amerikaanse president Donald Trump maakte bekend, dat hij op de post Minister van Defensie volgende week generaal in dienst James Mattis benoemt.
- «Nově zvolený americký prezident Donald Trump oznámil, že na post ministra obrany jmenuje příští týden generála ve výslužbě Jamese Mattise.»
- (sport)(spreektaal) positie; plaats en functie van een speler in het veld
- (religie)(dialect) vasten
- (verouderd) arbeidsplaats, baan; beroep, werk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | post | posty |
genitief | postu | postů |
datief | postu | postům |
accusatief | post | posty |
vocatief | poste | posty |
locatief | postu / postě | postech |
instrumentalis | postem | posty |
- (verouderd)(spreektaal) een geüniformeerde man die op wacht staat
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
nominatief | post | posti / postové | |
genitief | posta | postů | |
datief | korte vorm | postu | postům |
lange vorm | postovi | ||
accusatief | posta | posty | |
vocatief | poste | posti / postové | |
locatief | korte vorm | postu | postech |
lange vorm | postovi | ||
instrumentalis | postem | posty |
post