draak
Niet te verwarren met: Draak |
- draak
- Leenwoord uit het Latijn [1]
- via Middelnederlands drake en Latijn draco van Oudgrieks δράκων (drákoon), in de betekenis van ‘fabelachtig monster’ aangetroffen vanaf 1240 [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | draak | draken |
verkleinwoord | draakje | draakjes |
de draak m
- (mythologie) afschrikwekkend fabeldier, voorgesteld als een gevleugeld, vuurspuwend reptielachtig wezen met spitse tong en lange staart
- Dit oude verhaal vertelt over een draak die een land bedreigt.[4]
- (scheepvaart), (sport) open zeiljacht, gebouwd volgens de specificaties van de eenheidsklasse
- Zij zeilen nog altijd met hun draak.
- (vlinders) bepaald soort nachtvlinder, Harpyia milhauseri , uit de familie van de tandvlinders (Notodontidae)
-
[1] Goudkleurig beeld van een draak.
-
[2] Twee draken op het water.
-
[3] Het mannetje van de draak.
- Afrikaanse draakvis, antarctische draakvissen, bleke draakvis, Carpenters draakvis, Cubaanse draakvis, draakvissen, drakenkop, gestreepte draakvis, gevlekte draakvis, gewone draakvis, naakte draakvissen, Pacifische draakvis, zwarte draakvis, zwarte draakvissen
- draakachtig, draakjacht, draaksteken, draakvis, Drake, drakenbloed, drakenboot, drakendans, drakendoder, drakenfeest, drakengeur, drakenhol, drakenhuid, drakenjacht, drakenkandelaar, drakenklasse, drakenklauw, drakenkruid, drakenlever, drakenlijf, drakenmuil, drakenpit, drakenschip, drakenstaart, drakentand, drakentong, drakenvlieger, drakerig
- [1]: De draak heeft zijn eieren gelegd.
De ellende is begonnen.
- [1]: Met iemand of iets de draak steken
iemand of iets bespotten
- [1]: Een draak van [XXX]
Gezegd van iets dat vervelend, overdreven, kitscherig e.d. of anderszins mislukt is (bijv. een boek, film, toneelstuk, gedicht etc.)
1. fabeldier
met iemand of iets de draak steken
|
- Het woord draak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "draak" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "draak" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ draak op website: Etymologiebank.nl
- ↑ St. Joris en de draak, janwillemen.heemkundedongen.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
draak