• IPA: /ciˀ˧˨/

chị

  1. grote zus: vrouwelijk kind van dezelfde ouders dat ouder is
  2. mevrouw: beleefde aanspreekvorm voor jonge vrouwen die men niet zo goed kent

chị

  1. ik, jij, hij: persoonlijk voornaamwoord gebruikt voor en door een oudere zus
  2. u, hij: beleefd persoonlijk voornaamwoord gebruikt voor jonge vrouwen die men niet zo goed kent