gewoonte
Dutch
editEtymology
editFrom Middle Dutch gewoonte. Equivalent to gewoon + -te.
Pronunciation
editNoun
editgewoonte f (plural gewoonten or gewoontes, diminutive gewoontetje n)
From Middle Dutch gewoonte. Equivalent to gewoon + -te.
gewoonte f (plural gewoonten or gewoontes, diminutive gewoontetje n)