zwartoog
Uiterlijk
- zwart·oog
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwartoog | zwartogen |
verkleinwoord |
- iemand met donkerkleurige ogen
- Occhionero - ‘zwartoog’ in het Italiaans - was een hooggeplaatst lid van de Italiaanse Vrijmetselaarsloge. Hij zou via zijn malware ook de Grootmeester van die loge in de gaten gehouden hebben. In Italië wordt dus druk gespeculeerd of de vrijmetselaars ook een rol spelen in het dossier. [2]
- Geef nooit uw hart! Blijf kalm en laat u minnen.
Betreur uw blauwoog niet, moet ge eens haar derven.
Licht zal uw lach een dartle zwartoog winnen. [3]
- Het woord zwartoog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zwartoog" herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Standaard 11/01/2017 om 09:55 door rvs Da Vinci Code in Italië: ‘Logelid en zus hackten Renzi en Draghi’
- ↑ De Standaard (1933)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De Stemmen door Hélène Swarth.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be