werktuigbouwkunde
Uiterlijk
- werk·tuig·bouw·kun·de
- samenstelling van werktuigbouw en kunde
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | werktuigbouwkunde | - |
verkleinwoord | - | - |
de werktuigbouwkunde v
- (wetenschap), (techniek), leer van het ontwerpen, vervaardigen en in bedrijf houden van machines (machinebouw, scheepsbouw, energie- en aandrijftechniek) en staal- en constructiebouw (b.v. offshore, olie- en gaswinning).
- bouw, tuig, werk, werktuig, werktuigbouw
1.
- Het woord werktuigbouwkunde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.