topp

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / tɔp /

Woordafbreking

• topp

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Oudnoordse woord toppr

Naar frequentie	1543

		stellend	vergrotend	overtreffend
onbepaald (sterk)	m/v enkelvoud	topp	topper	toppest
	o enkelvoud	topp
	meervoud	topp
bepaald (zwak)	enkelvoud en meervoud	topp	topper	toppeste

Bijvoeglijk naamwoord

topp

1. goed

Uitdrukkingen en gezegden

• topp kvalitet

topkwaliteit

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	topp	toppen	topper	toppene
genitief	topps	toppens	toppers	toppenes

Zelfstandig naamwoord

topp, m

1. top, toppunt
2. (aardrijkskunde) top
3. (plantkunde) top
4. (kleding) topje
5. haarstukje
6. verenbundel
7. (scheepvaart) mast

Hyperoniemen

• [4]: trøye
• [4]: klær

Afgeleide begrippen

   

[1]: næringslivstopp [1]: partitopp [1]: samfunnstopp [1]: toppnivå [2]: fjelltopp [3]: tretopp [4]: festtopp [4]: partytopp [4]: treningstopp [5]: hårtopp [6]: fjærtopp [6]: toppand [6]: toppdykker [6]: toppgress [6]: topplerke [6]: toppmeis [6]: toppskarv [7]: fortopp [7]: stortopp [7]: mesantopp

Uitdrukkingen en gezegden

• [1]: være i toppen

een van de beste

• [1]: være på toppen

het beste zijn

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / tɔp /

Woordafbreking

• topp

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Oudnoordse woord toppr

		stellend	vergrotend	overtreffend
onbepaald (sterk)	m/v enkelvoud	topp	toppar	toppast
	o enkelvoud	topp
	meervoud	topp
bepaald (zwak)	enkelvoud en meervoud	topp	toppar	toppaste

Bijvoeglijk naamwoord

topp

1. goed

Uitdrukkingen en gezegden

• topp kvalitet

topkwaliteit

[#1] m	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	topp	toppen	toppar	toppane

Zelfstandig naamwoord #1

topp, g

1. top, toppunt
2. (aardrijkskunde) top
3. (plantkunde) top
4. (kleding) topje
5. haarstukje
6. verenbundel
7. (scheepvaart) mast

Hyperoniemen

• [4]: trøye
• [4]: klede

Afgeleide begrippen

   

[1]: næringslivstopp [1]: partitopp [1]: samfunnstopp [1]: toppnivå [2]: fjelltopp [3]: tretopp [4]: festtopp [4]: partytopp [4]: treningstopp [5]: hårtopp [6]: fjørtopp [6]: toppand [6]: toppdykker [6]: toppgras [6]: topplerke [6]: toppmeis [6]: toppskarv [7]: fortopp [7]: mesantopp [7]: stortopp

Uitdrukkingen en gezegden

• [1]: vere i toppen

één van de beste

• [1]: vere på toppen

het beste zijn

[#2] v	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	topp	toppa	topper	toppene

Zelfstandig naamwoord #2

topp, v

1. kurk

Zweeds

Uitspraak

• Geluid:  topp    (hulp, bestand)
• IPA: / tåp: /

Woordafbreking

• topp

Naar frequentie	4384

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	topp	toppen	toppar	topparna
genitief	topps	toppens	toppars	topparnas

Zelfstandig naamwoord

topp, m

1. top, toppunt
2. (aardrijkskunde) top
3. (plantkunde) top
4. (kleding) topje
5. haarstukje
6. verenbundel
7. (scheepvaart) mast

Afgeleide begrippen

   

[1]: bergstopp [1]: febertopp [1]: fingertopp [1]: fjälltopp [1]: lillfingertopp [1]: partitopp [1]: stortopp [1]: toppa [1]: toppbefattning [1]: toppbegåvning [1]: toppbetyg [1]: toppduo [1]: toppenergi [1]: toppform [1]: toppförstärkning [1]: topphugga [1]: topphäst [1]: toppjobb [1]: toppklass [1]: toppknopp [1]: toppkonferens [1]: topplista [1]: toppluva [1]: topplån [1]: toppman [1]: toppmodell [1]: toppnivå [1]: toppolitiker [1]: topposition [1]: toppsegel [1]: toppskikt [1]: toppskott [1]: toppspelare [1]: trädtopp [1]: täthetstopp [1]: vågtopp

Verwante begrippen

• [1]: spets
• [1]: udd