taboeonderwerp
Uiterlijk
- ta·boe·on·der·werp
- samenstelling van taboe zn en onderwerp zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | taboeonderwerp | taboeonderwerpen |
verkleinwoord |
het taboeonderwerp o
- zaak waarover men niet mag praten
- ▸ Volgens Verhagen moeten alle partijen "de bereidheid hebben over alle maatregelen na te denken". Maar hij wil niet zeggen of taboeonderwerpen, zoals de beperking van de hypotheekrenteaftrek, ook bespreekbaar zijn: "Iedere partij heeft heilige huisjes en die kunnen ook een lekkende dakkapel hebben."[1]
- ▸ "Het is geen taboeonderwerp meer. Het is een probleem waar iedereen last van heeft en waar de overheid ook wat aan wil doen."[2]
- Het woord taboeonderwerp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “De Jager: het ziet er niet goed uit” (09-12-2011), NOS
- ↑ Weblink bron “Chinese docu over smog doet veel stof opwaaien” (03-03-2015), NOS