spinner
Uiterlijk
- spin·ner
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spinner | spinners |
verkleinwoord | spinnertje | spinnertjes |
de spinner m
- (beroep) een persoon, dier of machine dat aan het spinnen is.
- (vlinders) Lasiocampidae insect uit een familie van vlinders en de enige familie in de superfamilie Lasiocampoidea . De familie telt ongeveer 1500 soorten. Enkele soorten, zoals de hageheld en rietvink, zijn overdag actief. In Nederland en België komen zestien soorten voor
- bosrandspinner, dennenspinner, eikenblad, espenblad, grijsbandspinner, hageheld, heideringelrups, hulstblad, kersenspinner, kleine hageheld, populierenblad, rietvink, ringelrups, veelvraat, wolspinner, zwarte herfstspinner
- Het woord spinner staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spinner" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -er in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Vlinders in het Nederlands
- Insecten in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 90 %
- Prevalentie Vlaanderen 87 %