ribose
Uiterlijk
- ri·bo·se
- met het achtervoegsel -ose
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ribose | ribosen riboses |
verkleinwoord | - | - |
- (scheikunde) monosacharide (pentose) met formule C5H10O5 die van nature voorkomt in sommige nucleïnezuren en als zodanig een bestanddeel is van spieren
- Het woord ribose staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ribose" herkend door:
23 % | van de Nederlanders; |
35 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be