ramo
Uiterlijk
- ra·mo
enkelvoud | meervoud |
---|---|
ramo | rami |
ramo m
- (plantkunde) tak, twijg
- tak, branche
- ra·mo
enkelvoud | meervoud |
---|---|
ramo | ramos |
ramo m
- (plantkunde) twijg, takje, afgesneden tak
- boeket, bos, tuil, ruiker (bloemen)
- sliert, rist
- tak, branche
- (medisch) teken, spoor (van ziekte)
- Domingo de Ramos
palmzondag
- ramo in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española
Categorieën:
- Woorden in het Italiaans
- Woorden in het Italiaans van lengte 4
- Woorden in het Italiaans met audioweergave
- Woorden in het Italiaans met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Italiaans
- Plantkunde in het Italiaans
- Woorden in het Spaans
- Woorden in het Spaans van lengte 4
- Woorden in het Spaans met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Spaans
- Plantkunde in het Spaans
- Medisch in het Spaans