Naar inhoud springen

rås

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Rosraas
  • rås
  • Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord rás (= loop, weg)
Naar frequentie > 50000
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   rås     m: råsen
v: råsa  
  råser     råsene  
genitief   rås'     m: råsens
v: råsas  
  råsers     råsenes  

rås m / v

  1. pad, voetpad, wandelpad, wandelweg, weg
  2. (scheepvaart) een vaargeul aan de scherenkust



  • rås
  • Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord rás (= loop, weg)


  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   rås     råsa     råser     råsene  

rås v

  1. pad, voetpad, wandelpad, wandelweg, weg
  2. (scheepvaart) een vaargeul aan de scherenkust
  3. (scheepvaart) een vaargeul in het ijs
  4. (visserij) een lage visrijke geul in de bodem van meer of zee