passagierslijst
Uiterlijk
- pas·sa·giers·lijst
- samenstelling van passagier en lijst met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | passagierslijst | passagierslijsten |
verkleinwoord |
- lijst met namen van de personen die aan boord zijn van een voertuig
- In het vliegtuig zaten 84 passagiers en acht leden van de bemanning. Het gaat om onder meer 64 leden van het Alexandrov Ensemble en negen Russische journalisten. De gepubliceerde passagierslijst laat ook zien dat de in Rusland beroemde weldoenster ‘dokter Liza’ (echte naam: Elizaveta Glinka) aan boord was. [2]
- Het woord passagierslijst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Marissa van Loon 25 december 2016