ontmommen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  ontmommen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ont·mom·men

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van mommen met het voorvoegsel ont-

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
ontmommen	ontmomde	ontmomd
zwak -d	volledig

Werkwoord

ontmommen

1. overgankelijk (verouderd) ontmaskeren

   ▸ ⧖ Zoo is de bark die zomermorgens komt,
   Zichtbaar uit duisternis, van nacht ontmomd,

Antoniemen

• vermommen

Gangbaarheid

• Het woord 'ontmommen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.