Naar inhoud springen

november

Uit WikiWoordenboek
november
Très Riches Heures du duc de Berry
  • no·vem·ber
  • van Middelnederlands november, in de betekenis van ‘elfde maand’ aangetroffen vanaf 1266; ontleend aan Latijn november "negende maand", omdat het Romeinse jaar oorspronkelijk met maart begon, zodat november de negende maand was [1] [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord november novembers
verkleinwoord - -

de novemberm

  1. (tijdrekening) elfde maand van het jaar
    • Op 11 november wordt in sommige streken Sint-Maarten gevierd. 
     Zo werd op een winderige dag in november een kleine magere jongen binnengelaten bij de Sint en zijn honderd Pieten.[4]
     De mensen die vanuit Canada vertrekken (de South Bounders, SOBO) vertrekken vaak in juni en komen begin november aan bij Mexico.[5]
  2. (spellingsalfabet) spelwoord van het ITU/NAVO-spellingalfabet voor de letter n


Maanden in het Nederlands
januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[6]


november g

  1. november


Maanden in het Deens
januar
januari
februar
februari
marts
maart
april
april
maj
mei
juni
juni
juli
juli
august
augustus
september
september
oktober
oktober
november
november
december
december



november

  1. november


Maanden in het Estisch
jaanuar
januari
veebruar
februari
märts
maart
aprill
april
mai
mei
juuni
juni
juuli
juli
august
augustus
september
september
oktoober
oktober
november
november
detsember
december


november

  1. november


Maanden in het Faeröers
januar
januari
februar
februari
mars
maart
apríl
april
mai
mei
juni
juni
juli
juli
august
augustus
september
september
oktober
oktober
november
november
desember
december


november

  1. november


Maanden in het Hongaars
január
januari
február
februari
március
maart
április
april
május
mei
június
juni
július
juli
augusztus
augustus
szeptember
september
október
oktober
november
november
december
december


  • (verkorting) van  novem ht  "negen"  membris zn  "uit de delen (van het jaar)", omdat het Romeinse jaar oorspronkelijk met maart begon, zodat november de negende maand was

november

  1. november


november

  1. november


november

  1. november


Maanden in het Noors
januar
januari
februar
februari
mars
maart
april
april
mai
mei
juni
juni
juli
juli
august
augustus
september
september
oktober
oktober
november
november
desember
december


november

  1. november


Maanden in het Nynorsk
januar
januari
februar
februari
mars
maart
april
april
mai
mei
juni
juni
juli
juli
august
augustus
september
september
oktober
oktober
november
november
desember
december


  • Ontleend aan het Nederlandse november en etymologisch gespeld.
enkelvoud of
impliciet meervoud
expliciet meervoud
  november     -  

november

  1. november
  • Schrijfwijze op Bonaire en Curaçao: novèmber.
Maanden in het Papiaments
Bonaire en Curaçao:
Aruba:

yanüari
januari
januari
febrüari
februari
februari
mart
maart
maart
aprel
april
april
mei
mei
mei
yüni
juni
juni
yüli
juli
juli
ougùstùs
augustus
augustus
sèptèmber
september
september
oktober
october
oktober
novèmber
november
november
desèmber
december
december


november m

  1. november


Maanden in het Slowaaks
január
januari
február
februari
marec
maart
apríl
april
máj
mei
jún
juni
júl
juli
august
augustus
september
september
október
oktober
november
november
december
december


november

  1. november


november g

  1. november
novembers enkelvoud meervoud
  onbepaald bepaald onbepaald bepaald
  nominatief     november     novembermånaden     novembermånader     novembermånaderna  
  genitief     novembers     novembermånadens     novembermånaders     novembermånadernas  


Maanden in het Zweeds
januari
januari
februari
februari
mars
maart
april
april
maj
mei
juni
juni
juli
juli
augusti
augustus
september
september
oktober
oktober
november
november
december
december