myrða
Uiterlijk
- Afkomstig van het Germaanse werkwoord *murþjan (= vermoorden)
- Woordopbouw: myr-ð-a
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
tegenwoordige tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
myrða |
myrðar |
myrðaði |
myrðat |
Klasse 1 zwak | volledig |
myrða
Betekenis: doden |