matwerk

Nederlands

[2] krullige versiering op matwerk

Uitspraak

• Geluid:  matwerk    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• mat·werk

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  mat zn  en  werk zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	matwerk
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het matwerk o

1. iets dat gemaakt is van gevlochten stengels
2. glimmend metaal dat door hameren mat is gemaakt

Synoniemen

• [1] vlechtwerk

Gangbaarheid

• Het woord matwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "matwerk" herkend door:

62 %	van de Nederlanders;
43 %	van de Vlamingen.