loket
Uiterlijk
- lo·ket
- In de betekenis van ‘doorgeefraampje’ voor het eerst aangetroffen in 1380 [1]
- Afgeleid van loke met het achtervoegsel -et [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | loket | loketten |
verkleinwoord | loketje | loketjes |
het loket o
- (bouwkunde) een met glaswerk ed. beveiligd doorgeefluik in een scheidingswand of als deel van een balie, voor veilig afhandelen geldtransacties, kaartverkoop etc
- De open balie is vervangen door een reeks loketten.
- een kleine ruimte of klein vak of hokje in een kast, een schrijfbureau etc.
- virtuele plaats waar men op een veilige manier geldtransacties, kaartverkoop e.d. kan afhandelen
- ▸ Zij grijpen dus naast de 1.000 euro tegemoetkoming en moeten wachten tot een volgende ronde. Het loket gaat op 1 september en 1 november opnieuw open. Degenen die zich wel hebben kunnen aanmelden, krijgen binnen enkele dagen hierover een bericht.[3]
|
- [1]: balie, deurluik, doorgeefluik, toonbank
1. een met glaswerk ed. beveiligd doorgeefluik
- Het woord loket staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "loket" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "loket" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ loket op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “STAP-budget al binnen 2,5 uur op door stortvloed aan aanvragen” (01 juli 2022), NU.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be