lekken
Uiterlijk
- lek·ken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
lekken |
lekte |
gelekt |
zwak -t | volledig |
lekken
- overgankelijk vloeistof laten ontsnappen
- De kraan lekt.
- Mijn auto lekt olie.
- overgankelijk geheime informatie onthullen
- Hij lekte enkele vertrouwelijke documenten naar een journalist.
- likken
- De lekkende vlammen aan de balk gaven meer licht dan de maan.
1. vloeistof laten ontsnappen
de lekken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord lek
- Het woord lekken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lekken" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "lekken" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ lekken op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- lek·ken
lekken, m
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van lekk
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 6
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nynorsk