hymne
Uiterlijk
- hym·ne
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘lofzang’ voor het eerst aangetroffen in 1350 [1]
- uit het Latijn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hymne | hymnes hymnen |
verkleinwoord |
- (muziek) een verheven loflied op een bepaald onderwerp (zoals een land, God of een godheid, of een gebeurtenis zoals de Olympische Spelen)
- Het stadje Peterborough lag slechts acht mijl verderop, maar dat zou hij nooit te zien krijgen. Hij was veertien toen hij op een dag aan zijn biechtvader toestemming vroeg om na de vesper bij de rivier te gaan bidden en hymnen te zingen. Pater Dunstan gaf hem verlof, maar toen Henry bij het water kwam zag hij dat de monnik hem op een afstandje volgde. [4]
- Een andere jongen raakte bezeten door een boze geest toen hij tegen de middag bij het landgoed Victoriana zijn paard liet drinken in een diepe poel, hij bleef voor dood liggen en ze brachten hem naar een kapel in de buurt en zongen hymnen voor hem. [5]
- Het woord hymne staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hymne" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "hymne" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ hymne op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Gordon, NoahDe Heelmeester Vertaald door Thomas Mass 2006 ISBN 978-90-245-5496-6 pagina 36
- ↑ Knausgard, OveEngelen vallen langzaam 2010 ISBN 978-90-445-1358-5 pagina 428
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be