hakbos
Uiterlijk
- hak·bos
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hakbos | hakbossen |
verkleinwoord | hakbosje | hakbosjes |
het hakbos o
- bundel hout die men gebruikt voor verwarming
- Het woord 'hakbos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hakbos" herkend door:
60 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be