flat
Uiterlijk
- flat
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘gebouw met woningen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1931 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | flat | flats |
verkleinwoord | flatje | flatjes |
de flat m
- gebouw met een aantal woonlagen (etages)
- woning in zo'n flatgebouw
1.
- Het woord flat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "flat" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "flat" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
flat
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 4
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Muziek in het Engels