dienstingang
Uiterlijk
- dienst·in·gang
- samenstelling van dienst zn en ingang zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dienstingang | dienstingangen |
verkleinwoord |
de dienstingang m
- ingang die voor het personeel en voor leveranciers bestemd is
- Stefans Saab stond pal tegenover het monumentale grachtenpand, met de neus naar het water. Even verderop stond Hannekes knalrode Twingo. Maarten liep de trapjes op naar de voordeur en drukte op beide bellen. Toen nog een keer, en nog eens. Geen reactie. Hij liep de trapjes weer af en probeerde de bel van de oude dienstingang, die naar Hannekes kantoor voerde.[1]
- Het gerucht gaat dat de piccolo's tegen betaling via de dienstingang aan de achterkant van het hotel meisjes binnensmokkelen. [2]
- Zondag stalen ongeveer twintig rijtuigen met aanspanning de show met een parade over de oprijlaan. Op dat moment stond er al een fikse rij wachtenden voor de dienstingang van het herenhuis want de organisatie liet telkens maximaal 35 bezoekers toe. [3]
- ▸ De avond ervoor hadden ze hun plan tweemaal doorgenomen. Vanaf hun kamer naar het trappenhuis en dan naar de deur van de dienstingang.[4]
- Het woord dienstingang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dienstingang" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Berg, MichaelHôtel du Lac [2011] ISBN 978-90-443-2989-6 pagina 278
- ↑ Beijnum, Kees vanDe offers [2014] ISBN 978-90-234-8628-2 pagina 42
- ↑ Tubantia 14-augustus-2016
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be