candela
Uiterlijk
- can·de·la
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘eenheid van lichtsterkte’ voor het eerst aangetroffen in 1953 [1]
- Van het Latijnse candela (kaars)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | candela | candela's |
verkleinwoord |
- (natuurkunde), (eenheid) SI-basiseenheid voor lichtsterkte, weergegeven met symbool cd
- Eén millicandela is 10−3 candela.
eenheden van candela in het Nederlands (nld) |
---|
yoctocandela • zeptocandela • attocandela • femtocandela • picocandela • nanocandela • microcandela • millicandela • centicandela • decicandela • candela • decacandela • hectocandela • kilocandela • megacandela • gigacandela • teracandela • petacandela • exacandela • zettacandela • yottacandela |
1.
- Het woord candela staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "candela" herkend door:
57 % | van de Nederlanders; |
66 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "candela" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /kan.ˈdeː.la/
- can·de·la
căndēlă v
- was- of vetkaars
- met was bestreken touw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | candēla | candēlae |
genitief | candēlae | candēlārum |
datief | candēlae | candēlīs |
accusatief | candēlam | candēlās |
ablatief | candēlā | candēlīs |
vocatief | candēla | candēlae |
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Natuurkunde in het Nederlands
- Eenheid in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 57 %
- Prevalentie Vlaanderen 66 %
- Woorden in het Latijn
- Woorden in het Latijn met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Latijn
- Zelfstandig naamwoord van de 1ste verbuiging in het Latijn