Naar inhoud springen

buiten

Uit WikiWoordenboek
  • bui·ten
  • In de betekenis van ‘bijwoord van plaats’ voor het eerst aangetroffen in 1220 [1]
  • afkomstig van:
Middelnederlands: buten
Oudnederlands: būtan
  • met het voorvoegsel be- (2)
  • Verwant in Germaans:
Fries: bûten (Oudfries: būta)

buiten

  1. niet ingesloten in het genoemde
    • Hij woont buiten de stad. 
     Phogat toonde zich teleurgesteld dat er geen steun komt van andere sporters, zoals de in India extreem populaire cricketspelers. "Atleten moeten verder dan hun persoonlijke winst kijken en volgens hun geweten handelen. We zijn menselijk. We stoppen op een dag met sporten. We moeten ook buiten de sport aan een nalatenschap werken."[2]
  vnw. bijw.
  voorzetselbijwoord     buiten  
 persoonlijk     erbuiten  
aanwijz.   nabij     hierbuiten  
  veraf     daarbuiten  
  vragend/betrekk.     waarbuiten  


buiten

  1. in de buitenlucht dus niet in een gebouw
    • Wij eten vaak buiten in de tuin. 
     Ik verbaasde me erover hoe een aantal jonge hikers buiten met de naderende storm omgingen. Ze maakten uitgebreid filmpjes en juichten bij elke donderslag terwijl ik juist dieper in mijn slaapzak kroop. Ik voelde me klein en uiterst kwetsbaar.[4]
  2. bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord:
    1. buitensluiten: Hij sloot de kat buiten.
    2. buitenhouden
       Een van onze gedistingeerde gasten heeft mij ooit gezegd dat de monsters volgens hem niet waren bedoeld om vreemden buiten te houden, maar om de gasten te beletten de uitgang te bereiken. Het was jaren geleden dat hij dat zei, en hij is hier nog steeds. Zijn naam is Patelski. U zult hem ontmoeten.[5]
  3. prepositioneel deel van een voornaamwoordelijk bijwoord:
    • Hij staat er al jaren buiten. 
  • [1] de bloemetjes buiten zetten
    uitbundig vieren.
  • [1] van buiten leren
    zo goed leren dat het parate kennis wordt
enkelvoud meervoud
naamwoord buiten buitens
verkleinwoord buitentje buitentjes

buiten

  1. m platteland
  2. o buitenverblijf, landhuis, buitenplaats, landgoed
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[6]
  1. "buiten" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. Bronlink geraadpleegd op 6 oktober 2024 Weblink bron
    Aletta André
    “Worstelprotest werpt licht op seksueel misbruik in de Indiase sportwereld” (dinsdag 23 mei 2023, 20:45), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 30 juni 2022 Weblink bron “Ruim 330 miljard dollar aan Russische bezittingen bevroren sinds invasie” (29 juni 2022), NU.nl
  4. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  5. “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers op Wikipedia, ISBN 978-90-295-2622-7, p. 16
  6. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be