brandt
Uiterlijk
- brandt
vervoeging van |
---|
branden |
brandt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van branden
- Jij brandt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van branden
- Hij brandt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van branden
- Brandt!
- Het woord brandt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.