brandgat

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  brandgat    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• brand·gat

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  brand zn  en  gat zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	brandgat	brandgaten
verkleinwoord	brandgaatje	brandgaatjes

Zelfstandig naamwoord

het brandgat o

1. gat in een voorwerp dat is ontstaan door brand

   • Gaat u uw huis een tijdje verhuren, dan kan dit gevolgen hebben voor de premie van uw opstal- en inboedelverzekering. Soms zijn uw spullen zelfs niet verzekerd als u uw woning verhuurt. Lees de voorwaarden goed door en neem contact op met uw verzekeraar, voordat u uw huis verhuurt. Het is natuurlijk niet fijn wanneer u bij thuiskomst een brandgat in uw dure gordijnen aantreft, of uw nieuwe televisie van het kastje gestoten blijkt. In dat soort gevallen is een uitkerende verzekering goed voor uw gemoedsrust en portemonnee.  
   • De familie Peters verblijft op megacamping Holiday Green: "Het vuur was op twintig meter afstand van onze tent. Die zit nu vol brandgaten. Meerdere stacaravans zijn in vlammen opgegaan."  
   • Het brandstichten, tijdens de rechtszaak van 2008 durfde de aanklager niet met zekerheid te zeggen dat de twee echte pyromanen waren, lijkt er nog een klein beetje in te zitten. In het vakantiepark in Winterswijk zou hij een bank hebben vernield door er met een sigaret brandgaten in te maken.  

Vertalingen

    1.   

Engels: burn hole (en),

Gangbaarheid

• Het woord brandgat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "brandgat" herkend door:

95 %	van de Nederlanders;
85 %	van de Vlamingen.