borreluur

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  borreluur    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• bor·rel·uur

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  borrel zn  en  uur zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	borreluur	borreluren
verkleinwoord	borreluurtje	borreluurtjes

Zelfstandig naamwoord

het borreluur o

1. een gezellige bijeenkomst waar men samen wat drinkt

   • Ook collega L. raakt 'm graag in de vakantie. "Wij gaan elk jaar naar Frankrijk en beginnen vaak al tijdens de lunch met wijn. Rond een uur of vijf gaan we verder met ons borreluur, om tijdens het eten gezellig nóg een es wijn open te trekken.Terwijl ik thuis hooguit twee glazen wijn op een avond drink."  
   • Waar een borrel drinken in mijn vertrouwde stamkroeg al niet goed voor is. Terwijl ik keihard geniet van een borreluurtje en leuke gesprekken ontvang ik de confrontatie dat ik de laatste tijd nogal ben afgeweken met mijn verhaal.  
   • We eten aan boord, en beginnen een langgerekte borreluur aan boord van diverse schepen. Veel mannenpraat. Zo worden we ingewijd in de geheimen van de vier flesjes waarmee een van de opstappers zijn relatie in topconditie houdt.  
   • U betwijfelt dat agressie op de werkvloer kan worden voorkomen. „Mensen krijgen een steeds korter lontje door de maatschappij.” Er zijn er ook bij die precies weten wat gebeuren moet: van „normen en waarden terug in de maatschappij” tot expliciet: „Strengere maatregelen en sancties. Iemand een keer waarschuwen en daarna ontslaan.” Een ander heeft zelfs een zeer concreet idee: „Werkomgeving vriendelijker maken met bloemen en planten en wekelijks een gezamenlijk borreluurtje.”  

Verwante begrippen

• borrelen

Gangbaarheid

• Het woord borreluur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "borreluur" herkend door:

92 %	van de Nederlanders;
75 %	van de Vlamingen.