boogschutter
Uiterlijk
Niet te verwarren met: Boogschutter |
- boog·schut·ter
- samenstelling van boog en schutter
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boogschutter | boogschutters |
verkleinwoord | boogschuttertje | boogschuttertjes |
de boogschutter m
- (sport) iemand die schiet met een boog
- (militair) (historisch) strijder die met pijl en boog vecht
1. iemand die schiet met een boog
|
|
- Het woord boogschutter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "boogschutter" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Militair in het Nederlands
- Historisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %