binnenvallen
Uiterlijk
- bin·nen·val·len
- samenstelling van binnen en vallen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
binnenvallen |
viel binnen |
binnengevallen |
klasse 7 | volledig |
binnenvallen
- ergatief zonder uitnodiging ergens naar binnen gaan
- Ze waren daar maar gewoon binnengevallen.
- ▸ Dennis en Max hadden op school bij hun vriendjes informatie opgedaan en waren met rode konen het huis binnengevallen.[1]
- ergatief een invasie plegen
- Vandaag is het 71 jaar geleden dat nazi-Duitsland Nederland en België binnenviel.
- Het woord binnenvallen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "binnenvallen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 7 in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Ergatief werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %