baas
Uiterlijk
- baas
- In de betekenis van ‘meerdere, hoofd’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1280 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | baas | bazen |
verkleinwoord | baasje | baasjes |
de baas m
- (informeel) iemand die leiding geeft aan anderen
- Onze chef voelt zich een heel baasje.
- eigenaar van een dier
- Hondenpoep dient door het baasje opgeruimd te worden.
- iets of iemand die de macht heeft om zijn wil af te dwingen
- ▸ In Nederland duurde die oorlog van het jaar 1940 tot 1945. Nederland was bezet door Duitsland. De Duitsers waren de baas over Nederland. Het was een heel moeilijke tijd. Er vielen veel doden. Ieder jaar worden de slachtoffers van de oorlog herdacht op 4 mei. En ieder jaar wordt op 5 mei gevierd dat Nederland een vrij land is.[2]
- iemand die alles onder controle heeft
- ▸ Mentaal sterke mensen:
Vermijden zelfmedelijden;
Zijn de baas over hun eigen emoties;
Lopen niet weg voor veranderingen;[3]
- ▸ Mentaal sterke mensen:
- (formelere vorm) bestuurder
- [1] overste, leider, chef
[1]
|
1. overste, leider, chef
vervoeging van |
---|
bazen |
baas
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bazen
- Ik baas.
- gebiedende wijs van bazen
- Baas!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bazen
- Baas je?
- Het woord baas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "baas" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "baas" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron nieuwsbegrip.nl“75 jaar vrijheid in Nederland” (2-9-2019), CED-groep
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
baas
baas
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Informeel in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %
- Woorden in het Nedersaksisch
- Zelfstandig naamwoord in het Nedersaksisch
- Woorden in het Veluws
- Zelfstandig naamwoord in het Veluws