adjourn
Uiterlijk
- Geluid: adjourn (VS) (hulp, bestand)
- IPA:
- ad·journ
- Van Middelengels ajournen, Oudfrans ajorner. Bekend sinds de 14e eeuw.[1]
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to adjourn |
he/she/it | adjourns |
verleden tijd | adjourned |
voltooid deelwoord |
adjourned |
onvoltooid deelwoord |
adjourning |
gebiedende wijs | adjourn |
adjourn
- overgankelijk, (juridisch) uitstellen, verdagen (v.e. bijeenkomst)
- overgankelijk (juridisch) schorsen (v.e. bijeenkomst)