Dutch
Uiterlijk
- Geluid: Dutch (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /dʌtʃ/
Dutch
- (taal) Nederlands, de West-Germaanse taal die de officiële taal is in onder meer Nederland en Vlaanderen
- «English and Dutch are related West Germanic languages.»
- Het Engels en het Nederlands zijn verwante West-Germaanse talen.
- «English and Dutch are related West Germanic languages.»
- (demoniem) de Nederlanders, het Nederlandse volk
- «The Dutch used to have an extensive colonial empire.»
- De Nederlanders hadden vroeger een uitgestrekt koloniaal rijk.
- «The Dutch used to have an extensive colonial empire.»
Dutch
- (taal) betreffende het Nederlands
- (demoniem) betreffende Nederland, de Nederlanders, Nederlands
- «The Dutch embassy is closed today.»
- De Nederlandse ambassade is vandaag gesloten.
- «The Dutch embassy is closed today.»
Dutch
- (taal) Nederlands, de West-Germaanse taal die de officiële taal is in onder meer Nederland en Vlaanderen
Dutch
- (taal) Nederlands, de West-Germaanse taal die de officiële taal is in onder meer Nederland en Vlaanderen
Categorieën:
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 5
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Woorden in het Engels met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Taal in het Engels
- Demoniem in het Engels
- Bijvoeglijk naamwoord in het Engels
- Woorden in het Fijisch Hindoestani
- Zelfstandig naamwoord in het Fijisch Hindoestani
- Taal in het Fijisch Hindoestani
- Woorden in het Schots
- Zelfstandig naamwoord in het Schots
- Taal in het Schots