'r
Uiterlijk
- 'r
- [voornaamwoord] (verkorting) van haar
- [bijwoord] (verkorting) van er
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
bijvoeglijk | zelfstandig | bijvoeglijk | zelfstandig | |
1e persoon | mijn m'n |
mijne | ons, onze | onze |
2e persoon (informeel) |
jouw je |
jouwe | jullie je |
- |
2e persoon (formeel) (regionaal) |
uw | uwe | uw | uwe |
3e persoon (mannelijk) |
zijn z'n |
zijne | hun | hunne |
3e persoon (vrouwelijk) |
haar d'r, 'r |
hare | ||
3e persoon (onzijdig) |
zijn z'n (ervan) |
zijne | ||
Boven: benadrukte vorm. Onder: onbenadrukte vorm |
'r
- (spreektaal) onbenadrukte vorm bezit aanduidend door een 3e persoon vrouwelijk enkelvoud
- Ze gaat met 'r eigen fiets.
- (spreektaal) (verouderd) bezit aanduidend door 3e persoon vrouwelijk meervoud
- De vrouwen hielden 'r ogen gericht op de hemel.
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onderwerp | voorwerp | onderwerp | voorwerp | |
1e persoon | ik 'k |
mij me |
wij we |
ons |
2e persoon (informeel) |
jij je |
jou je |
jullie | jullie |
2e persoon (formeel) |
u | u | u | u |
2e persoon (regionaal) |
gij ge |
u | gij ge |
u |
3e persoon (mannelijk) |
hij ie |
hem 'm |
zij ze |
(dat.) hun (acc.) hen ze |
3e persoon (vrouwelijk) |
zij ze |
haar 'r, d'r | ||
3e persoon (onzijdig) |
het 't |
het 't | ||
Boven: benadrukte vorm. Onder: onbenadrukte vorm |
'r
- (spreektaal) onbenadrukte vorm accusatief van zij, derde persoon enkelvoud
- Ik wil 'r nooit meer zien.
- (spreektaal) onbenadrukte vorm datief van zij, derde persoon enkelvoud
- Volgens mij heeft ie 'r alles verteld.
- (verouderd) er, onbeklemtoond daar
- Wat voor pruiken ze opzette, zwart of rood, welke hoeveelheden schmink ze misbruikte - 'r was met Joséfien geen eer in te leggen. [1]
- Het woord 'r staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Heijermans, H. (ps. Samuel Falkland)Schetsen. Deel 12. 2e druk (ca. 1915) H.J.W. Becht, Amsterdam; p. 56; geraadpleegd 2016-02-26
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 2
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Verkorting in het Nederlands
- Bezittelijk voornaamwoord in het Nederlands
- Spreektaal in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Persoonlijk voornaamwoord in het Nederlands
- Bijwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal