gram
Uiterlijk
- gram
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘0,001 kilogram’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1808 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gram | grammen |
verkleinwoord | grammetje | grammetjes |
[A] gram o
- (natuurkunde), (eenheid) een afgeleide eenheid voor massa (gewicht), éénduizendste van de SI-eenheid "kilogram" (0,001 kg), weergegeven met symbool g
- Een gram van een stof is ook op de maan een gram.
- ▸ In totaal scheelden deze multifunctionele stokken mij 350 gram aan gewicht.[3]
- (economie) in het dagelijks gebruik een handelsmaat voor gewicht
- Een paar grammetjes is veel als het gif betreft.
- iets wat opgeschreven of anderszins geregisteerd is (grafein = schrijven), een grafische voorstelling, (->zie -gram of diagram)
- [1,2] nanogram, microgram, milligram, centigram, decigram, decagram, hectogram, kilogram, megagram, gigagram
eenheden van massa (gewicht) in het Nederlands (nld) |
---|
yoctogram • zeptogram • attogram • femtogram • picogram • nanogram • microgram • milligram • centigram • decigram • gram • decagram • hectogram • kilogram • megagram • gigagram • teragram • petagram • exagram • zettagram • yottagram |
ons • pond • ton buiten gebruik: drachma • grein • lood • medicinaal pond • scrupel |
- [1] hoeveelheid, materie
- [2] kracht, wegen, zwaartekracht
- De woorden gramkleuring, grampositief en gramnegatief zijn niet afgeleid van 'gram' maar van de eigennaam 'Gram'.
1. een afgeleide eenheid voor massa in het SI-stelsel (éénduizendste van een kilogram, 0,001 kg)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gram | grammen |
verkleinwoord | grammetje | grammetjes |
[B] gram m
- (verouderd) boosheid
- Hij verhaalde zijn gram op zijn kinderen.
- (verouderd) genoegdoening
- zijn gram halen
afreageren, zijn woede koelen, genoegdoening verkrijgen, zich wreken
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gram | grammer | gramst |
verbogen | gramme | grammere | gramste |
partitief | grams | grammers | - |
gram
- Het woord gram staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gram" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ 1,0 1,1 "gram" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ gram op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ gram op website: Etymologiebank.nl
- ↑ gram op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /ɡrɑm/
- Afgeleid van het Proto-Germaanse *gramaz
gram
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gram | gramme |
- Leenwoord uit het Nederlands
gram
- (eenheid)(natuurkunde) gram; een afgeleide eenheid voor massa (gewicht), éénduizendste van de SI-eenheid "kilogram" (0,001 kg)
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- gram
- Afgeleid van het Middelhoogduitse gram
gram
- (jemandem) gram sein
- Afgeleid van het Franse gramme
gram
- (eenheid)(natuurkunde) gram; een afgeleide eenheid voor massa (gewicht), éénduizendste van de SI-eenheid "kilogram" (0,001 kg)
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Afgeleid van het Oudnederlandse *gram
gram
- boos, kwaad
- verdrietig, van streek
- gram
- Afgeleid van het Franse gramme
gram m
- (eenheid)(natuurkunde) gram; een afgeleide eenheid voor massa (gewicht), éénduizendste van de SI-eenheid "kilogram" (0,001 kg)
- «To waży sto gramów.»
- Dat weegt honderd gram.
- «To waży sto gramów.»
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
gram
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van grać
- Afgeleid van het Franse gramme
gram m
- (eenheid)(natuurkunde) gram; een afgeleide eenheid voor massa (gewicht), éénduizendste van de SI-eenheid "kilogram" (0,001 kg)
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- IPA: /gram/
- gram
- Afgeleid van het Franse gramme
- (eenheid)(natuurkunde) gram; een afgeleide eenheid voor massa (gewicht), éénduizendste van de SI-eenheid "kilogram" (0,001 kg)
- «Cena je za 1 gram.»
- De prijs is per gram.
- «Cena je za 1 gram.»
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | gram | gramy |
genitief | gramu | gramů |
datief | gramu | gramům |
accusatief | gram | gramy |
vocatief | grame | gramy |
locatief | gramu | gramech |
instrumentalis | gramem | gramy |
- 1 gram – 1 gram
- 2 gramy – 2 gram
- 100 gramů – 100 gram
eenheden van massa (gewicht) in het Tsjechisch (ces) |
---|
pikogram • nanogram • mikrogram • miligram • centigram • decigram • gram • dekagram • hektogram • kilogram • megagram • gigagram • teragram • petagram |
metrický cent • tuna • kilotuna • megatuna • gigatuna dalton |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- gram
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | gram | gramlar |
genitief | gramın | gramların |
datief | grama | gramlara |
accusatief | gramı | gramları |
locatief | gramda | gramlarda |
ablatief | gramdan | gramlardan |
gram
- (natuurkunde), (eenheid) gram
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Natuurkunde in het Nederlands
- Eenheid in het Nederlands
- Economie in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %
- Woorden in het Angelsaksisch
- Woorden in het Angelsaksisch met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Angelsaksisch
- Woorden in het Afrikaans
- Zelfstandig naamwoord in het Afrikaans
- Eenheid in het Afrikaans
- Natuurkunde in het Afrikaans
- Woorden in het Duits
- Woorden in het Duits van lengte 4
- Woorden in het Duits met IPA-weergave
- Woorden in het Duits met audioweergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Duits
- Woorden in het Fries
- Zelfstandig naamwoord in het Fries
- Eenheid in het Fries
- Natuurkunde in het Fries
- Woorden in het Middelnederlands
- Woorden in het Middelnederlands van lengte 4
- Bijvoeglijk naamwoord in het Middelnederlands
- Woorden in het Pools
- Woorden in het Pools met IPA-weergave
- Woorden in het Pools met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Pools
- Eenheid in het Pools
- Natuurkunde in het Pools
- Werkwoord in het Pools
- Werkwoordsvorm in het Pools
- Woorden in het Slowaaks
- Zelfstandig naamwoord in het Slowaaks
- Eenheid in het Slowaaks
- Natuurkunde in het Slowaaks
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Eenheid in het Tsjechisch
- Natuurkunde in het Tsjechisch
- Mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Onbezield mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Woorden in het Turks
- Zelfstandig naamwoord in het Turks
- Natuurkunde in het Turks
- Eenheid in het Turks