Werk van den Akker en den Haard
Het Werk van den Akker en den Haard was de koepelorganisatie achter de meeste volkstuinen in België.
In 1896 werd naar Frans voorbeeld de Ligue du Coin de Terre et du Foyer gesticht, in Vlaanderen bekend als het Werk van den Akker en den Haard. Haar eerste - relatief kleine - tuincomplex bevond zich in de Brusselse gemeente Sint-Joost-ten-Node. Het concept kende succes. Al snel kwamen er tuinen bij in Namen, Gent, Antwerpen, Dendermonde en Sint-Niklaas. Deze bevonden zich doorgaans nabij grote fabrieken.
De organisatie was een initiatief van prominente katholieken, de eerste voorzitter was Auguste Beernaert, gewezen eerste minister. De katholieken zagen de volkstuin als een middel om arbeiders uit de verderfelijke invloeden van het stadsleven te houden: alcoholisme, moreel verval, intrafamiliaal geweld. Dit resulteerde onder meer in lokale verboden om op zondag in de tuinen te werken.
Het ledenaantal piekte tijdens de wereldoorlogen: 180.000 in 1918 en niet minder dan 400.000 in 1943. Vanaf de jaren 1920 waren ook leden met een eigen tuin welkom. Hun lidmaatschap kwam vooral neer op een abonnement op het tijdschrift De Volkstuin, vanaf 1930. Daarnaast was er ook in heel veel gemeenten een lokale afdeling actief die samenaankopen hielden, oogstfeesten, onderricht over de kweek van groenten en fruit, enz.
Behalve de lokale afdelingen bestaan er ook provinciale verbonden, een nationale koepel en sinds 1926 zelfs een internationaal bureau, met zetel in Luxemburg en met vandaag vertegenwoordigers van vijftien Europese landen. Later werd de organisatie gesplitst in een Nederlandstalige en een Franstalige tak. In 2004 werd de naam van de vereniging veranderd in De Vlaamse Volkstuin. Anno 2014 kreeg de vereniging haar huidige benaming Tuinhier vzw.