Naar inhoud springen

Michael Onuphrius thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Michael Onuphrius thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg
Wapen van Michael Onuphrius thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg op het gedenkteken bij de Dokkumer Nieuwe Zijlen
Wapen van Michael Onuphrius thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg op het gedenkteken bij de Dokkumer Nieuwe Zijlen
Algemeen
Volledige naam Michael Onuphrius baron thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg
Geboren 14 juli 1695
Geboorteplaats Leeuwarden
Overleden 27 april 1758
Overlijdensplaats Leeuwarden
Religie Gereformeerd
Titulatuur baron
Functies
1716-1719
1749-1752
Gecommitteerde van de Generaliteitsrekenkamer
1719-1722
1752-1753
1755-1758
Gecommitteerde van de Admiraliteit in het Noorderkwartier
1722-1725
1728-1730
1743-1746
Lid van Gedeputeerde Staten van Friesland
1725-1753 Grietman van Dantumadeel
1737-1740 Gecommitteerde van deAdmiraliteit op de Maze
1740-1743 Ordinaris gedeputeerde van de Staten-Generaal der Verenigde Nederlandse Provinciën
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Michael Onuphrius thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg (Leeuwarden, gedoopt 14 juli 1695 - aldaar, 27 april 1758) was grietman van Dantumadeel in de Nederlandse provincie Friesland en gedeputeerde van deze provincie.

Schwartzenberg was een zoon van de grietman van Barradeel, Wilco thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg (1664-1704), en Fed Sophia van Goslinga (1660-1727). Zijn vader overleed toen hij nog geen negen jaar oud was. Hij werd opgevoed bij een oom van moederszijde Sicco van Goslinga, grietman van Franekeradeel. Zelf volgde hij in 1725 zijn broer Georg Wolfgang op als grietman van Dantumadeel. Van 1722 tot 1725 was hij lid van gedeputeerde staten van Friesland voor Westergo en in de jaren 1728 tot 1730 en 1743 tot 1746 was hij gedeputeerde voor Oostergo.[1] Verder was hij eigenaar van de Eysinga State te Rinsumageest.[2]

In 1723 besloten Gedeputeerde Staten van Friesland dat het Dokkumergrootdiep vanwege het overstromingsgevaar moest worden afgesloten. Vanwege zijn bekwaamheden op het gebied wiskunde en werktuigbouwkunde werd hij, samen met zijn collega Philip Frederik Vegelin van Claerbergen, als commissaris belast met de overdijking van het Dokkumerdiep en met de aanleg der Dokkumer Nieuwe Zijlen. Nadat het werk in 1729 voltooid was, werd een gedenktekenen opgericht ter eeuwige nagedachtenis, zoals de tekst van het gedenkteken luidt, van de overdijking van het Dokkumerdiep. Tevens wordt vermeld, dat zesduizend roeden dijk Oostergo zullen behoeden van wateroverlast. De daadwerkelijke afsluiting van het diep geschiedde in tegenwoordigheid van beide commissarissen. Hun wapens kregen een plek op het gedenkteken.

Huwelijk en kinderen

[bewerken | brontekst bewerken]

Thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg trouwde in juni 1726 te Rinsumageest met Margaretha Maria van Gendt (1707-1766), dochter van Frederik Hendrik van Gendt en Helena Veronica van Aylva. Uit dit huwelijk werden twee zonen geboren:

Voorganger:
G.W. thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg
Grietman van Dantumadeel
1725 - 1753
Opvolger:
A. Canter Visscher