Laureta van Vlaanderen
Uiterlijk
Laureta van Vlaanderen | ||
---|---|---|
Gravin van Luxemburg | ||
Periode | – 1162 | |
Voorganger | Godfried van Namen | |
Opvolger | Margaretha van Blois | |
Vader | Diederik van de Elzas | |
Moeder | Swanhilde |
Laureta of Laurentia van Vlaanderen[1] (1113–1175, mogelijk 1198[2]) was een dochter van de Vlaamse graaf Diederik van de Elzas en Swanhilde. Zij is viermaal getrouwd geweest:
- 1139–1145: getrouwd met Iwein van Aalst. Ze kregen een zoon: Diederik van Aalst. Het huwelijk eindigde door de moord op Iwein.
- 1150–1152: getrouwd met Hendrik II van Limburg, diens tweede huwelijk. Dit huwelijk bleef kinderloos en werd na twee jaar ontbonden.
- 1153: getrouwd met Rudolf I van Vermandois. Ze kregen een dochter, Eleonora van Vermandois.
- 1159–1163: getrouwd met Hendrik I van Namen. Dit huwelijk eindigde door een scheiding. Laureta werd non in de Abdij van Vorst hoewel ze vanwege de scheiding werd geëxcommuniceerd door de bisschop van Kamerijk.
Handschrift 746 van Bibliothèque Municipale Sint-Omaars en handschrift Brussel KB 21887 verschillen sterk in wat zij zeggen over de echtgenoten van Laurentia.[1]
Voorouders
[bewerken | brontekst bewerken]Voorouders van Laurentia van Vlaanderen | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Overgrootouders | Gerard van Lotharingen (1030–1070) ∞ Hedwig van Namen (?–?) |
Robrecht I de Fries (±1029–1093) ∞ Geertruida van Saksen (1033–1113) |
? (–) ∞ ? (–) |
? (–) ∞ ? (–) | ||||
Grootouders | Diederik II van Lotharingen (±1050–1115) ∞ Gertrudis van Vlaanderen (1080–1117) |
? (–) ∞ ? (–) | ||||||
Ouders | Diederik van de Elzas (1100–1168) ∞ 1139 Swanhilde (–1132) | |||||||
Laurentia van Vlaanderen (1113–1175/98) |
Bronnen, noten en/of referenties
- Overzicht
- Lambert, Veronique (1988). De kronieken van Vlaanderen 1164–1520: een overzicht, met bijzondere aandacht voor hun basis, de ‘Genealogia comitum Flandriae’ (Flandria Generosa). Universiteit Gent. Geraadpleegd op 3 juli 2024.
- ↑ a b Lambert 1988, p. 14.
- ↑ Het maecenaat van Filips van de Elzas (...), Elizabeth den Hartog, p. 14