Naar inhoud springen

Johan Halvorsen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Johan Halvorsen
Johan Halvorsen
Johan Halvorsen
Algemene informatie
Volledige naam Johan August Halvorsen
Geboren 15 maart 1864
Geboorteplaats DrammenBewerken op Wikidata
Overleden 4 december 1935
Overlijdensplaats OsloBewerken op Wikidata
Land Vlag van Noorwegen Noorwegen
Werk
Genre(s) symfonische muziek, HaFaBramuziek
Beroep componist, dirigent, fluitist
Instrument(en) piccolo
(en) AllMusic-profiel
(en) Discogs-profiel
(en) IMDb-profiel
(en) MusicBrainz-profiel
Portaal  Portaalicoon   Muziek

Johan August Halvorsen (Drammen, 15 maart 1864Oslo, 4 december 1935) was een Noors componist en dirigent.

Met 9-jarige leeftijd kreeg hij al vioolles. De directeur van de plaatselijke Guard Music Corps Christian Jehnigen heeft hem dan als lid en medespeler voor het harmonieorkest gewonnen en de kleine Johan speelde de piccolofluit. Jehnigen was ook zijn leraar voor viool. Later ging Halvorsen dan naar Oslo. In 1881 werd hij lid van het Muziekcorps van de tweede Brigade met als dirigent Paolo Sperati en eveneens werd hij lid van het Möllergaten Theater orkest.

Vanaf 1883 ging hij naar Stockholm, Zweden en begon met de muziekstudie aan de Muziek Akademie. Zijn leraren daar waren Johan Lindberg voor viool en Conrad Nordqvist voor harmonieleer. Gedurende de studies in Stockholm was hij ook concertmeester bij het Royal Dramatic Theatre orchestra aldaar. In 1885 werd hij concertmeester van het Bergen Harmonic Society orchestra, Noorwegen. Maar reeds na een jaar ging hij naar Leipzig, Duitsland, om zijn vioolstudie weer op te nemen bij Adolph Brodsky en hij werd eveneens concertmeester van het conservatoriumorkest te Leipzig.

In 1887 heeft hij Leipzig verlaten en ging hij naar Aberdeen, Schotland. Ook daar deed hij studies, en van daaruit 1890 ging hij verder naar Helsinki, Finland, waar hij drie jaar docent was aan de Muziekinstituut, maar in die tijd eveneens als concertsolist optrad. Meerdere malen was hij als solist ook in Sint-Petersburg, Rusland. Voorts studeerde hij nog bij Leopold Auer.

In 1892 ging hij naar Bergen in Noorwegen en werd daar dirigent van het orkest van het Den Nationale Scene en ook dirigent van het Bergen Harmonic Society orchestra. Misschien is daardoor de grondslag gelegd voor de wissel naar Oslo in 1899. Daar bleef hij voor de rest van zijn leven en was en productief dirigent van het Nationaltheatret en eveneens dirigent van het symfonieorkest en vanzelfsprekend ook een succesvol componist.

Als componist schreef hij opera's, werken voor orkest, symfonieën, soloconcerten en ook kamermuziek.

Werken voor orkest

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 1893 Bojarernes Indtogsmarsch (ook voor harmonieorkest)
  • 1896 Norske Danser nr. 1 og 2 (Norwegian Dances No. 1 and 2) voor viool en orkest
  • 1896 Air norvégien (også for fiolin og piano)
  • 1896 Vasantasena suite voor orkest
  • 1898 Festmarsch (Festival March)
  • 1898 Lied van Veslemøy voor viool en orkest
  • 1899 Norsk Festouverture for orkester - Norwegian Festival Overture, opus 16
  • 1903 Andante Religioso voor viool en orkest
  • 1905 Fossegrimen-suite (Dramatisk suite nr. 4), opus 21
  • 1909 Vioolconcert, opus 28
  • 1910 Norway's greeting to Theodore Roosevelt, opus 31
  • 1911 Suite Ancienne a la memoire de Ludvig Holberg, opus 31
  • 1913 Bergensiana Rococo Varations on an Old Melody from Bergen Jeg tog min nystemte Cithar i Hænde - (I Took Up My Newly Tuned Zither)
  • 1901/1913 Norwegische Weise – Lied des alten Fischers (Norwegian Song - "Old Fisherman's Song"), opus 31, voor viool en strijkorkest
  • 1912/1914 Bryllupsmarsch (Wedding March) voor viool en orkest
  • 1919-1920 Rhapsodie norvégienne nr. 1 in A-gr.t. voor groot orkest
    1. Springar
    2. I went so lately to my bed
    3. Halling - Springar
  • 1919-1920 Rhapsodie norvégienne nr. 2 in G-gr.t. voor groot orkest
    1. Dance tune from Åmot
    2. Han Ole
    3. Springar
  • 1923 Symfonie nr. 1 c-kl.t.
    1. Allegro non troppo
    2. Andante
    3. Scherzo
    4. Finale, Rondo
  • 1924 Symfonie nr. 2 "Fatum" in d-kl.t.
  • 1925 Norwegian Fairy Tale Pictures - (Norske Eventyrbilleder), opus 37
    1. The Princess Riding on the Bear
    2. Entry of the Trolls into the Blue Mountain
    3. Dance of the Little Trolls
  • 1929 Symfonie nr. 3 in C-gr.t.
    1. Poco Andante
    2. Andante
    3. Allegro impetuoso
  • 1929-1930 Norske Danser nr. 3–6 (Norwegian Dances No. 3-6) voor viool en orkest
  • Bjørnstjerne Bjørnson in Memoriam opus 30
  • Dance Scene from "Queen Tamara" voor orkest
  • Elegi voor strijkorkest
  • Festival March
  • Forspill til den hvite Ring
  • Gurre Dramatische suite voor orkest, opus 17
    1. Introduction & Serenade
    2. Første mødre - First encounter
    3. Sommernattsbryllup - Summer nights wedding
    4. Aftenlandskap - Eveningscene
    5. Ve, Kong Volmer! - Woe, King Volmer!
  • In memoriam
  • Intrada
  • Mascarade Suite
  • Nächtlicher Zug opus 29 Nr. 2, voor strijkorkest
  • Nordraakiana suite voor orkest
    1. Purpose
    2. I have searchedVeslemöy's Song for violin and orchestra
    3. Taylor's song
    4. Valse caprice
    5. Olav Tryggvason
  • Norsk Kjempedans
  • Norwegian Air opus 7, voor viool en orkest
  • Rabnabryllaup uit Kraakjalund voor strijkorkest
  • Serenade for orkester opus 33
  • Suite fra "Askeladden"
    1. Introduction
    2. Springdans
    3. Woodland mood
    4. Langeleiklaat
    5. Lullaby for a princess
    6. Wedding march
    7. Halling
  • Suite uit "Fossegrimen" voor hardanger-fidel, viool, zanger en orkest
  • Sverdliljen
  • Kongen dramatische suite voor orkest, opus 19
  • The Merchant in Venice suite voor orkest
    1. Antonio en Basanio
    2. Intermezzo
    3. Evening music in Portia's garden
    4. Portia
    5. Launcelot and old Gobbo
  • The old Fisherman
  • The Water Sprite
  • Tordenskjold dramatische suite voor orkest, opus 18
    1. Tordenskjold goes into action
    2. Funeral March

Werken voor harmonieorkest

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 1882/1883 Hallingdal Bataljon's Marsj
  • 1896 Bojarenes inntogsmarsj
  • Gatemarsj
  • Norwegian Sea Picture
  • Salutation to the Royal Couple of Norway

Muziektheater

[bewerken | brontekst bewerken]

Werken voor koor en vocale werken met orkest

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Alrune opus 20 no. 1 voor solosopraan, vrouwenkoor en kamerorkest
  • Bergensiana voor gemengd koor
  • Sangen om iver Huitfeldt Danebrogsangen fra Tordenskiold

Werken voor piano

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Kleine danssuite opus 22
  • 1890 Suite for violin and piano in g-kl.t.
    1. Maestoso
    2. Melodie
    3. Scherzo
    4. Finale
    5. Elegie (Andante)
  • 1890 Zes karakterstukken voor viool en piano
  • 1897 Elegie voor viool
  • 1897 Passacaglia and Sarabande in g-minor on the Theme by Georg Friedrich Händel voor viool en altviool
  • 1898 Suite Mosaique voor viool en piano
    1. Intermezzo orientale
    2. Entr'acte
    3. Scherzino; "Spurven" (The Sparrow)
    4. Chant de Veslemøy (Veslemøy's Song)
    5. Fete nuptial rustique (An old-fashioned Wedding)
  • Jozef Robijns, Miep Zijlstra: Algemene muziek encyclopedie, Haarlem: De Haan, 1979-1984, ISBN 978-90-228-4930-9
  • Wolfgang Suppan, Armin Suppan: Das Neue Lexikon des Blasmusikwesens, 4. Auflage, Freiburg-Tiengen, Blasmusikverlag Schulz GmbH, 1994, ISBN 3-923058-07-1
  • Paul E. Bierley, William H. Rehrig: The heritage encyclopedia of band music : composers and their music, Westerville, Ohio: Integrity Press, 1991, ISBN 0-918048-08-7
  • Harald Herresthal: Norwegische Musik von den Anfängen bis zur Gegenwart, 2. Ausgabe, Oslo: Norsk Musikforlag, 1987, 120 p., ISBN 978-82-7093-064-7
  • Harald Herresthal: Norwegische Musik von den Anfängen bis zur Gegenwart, Oslo: Norsk Musikforlag, 1984, 130 p., ISBN 82-7093-033-4
  • Norman E. Smith: March music notes, Lake Charles, La.: Program Note Press, 1986, ISBN 978-0-9617346-1-9
  • Stefan Jaeger: Das Atlantisbuch der Dirigenten, Zürich: Atlantis Musikbuch-Verlag, 1985, ISBN 3-254-00106-0
  • Johan Kaldager: Musikklivet i Sandefjord for 1900, Oslo: Johan Kaldager, 1978
  • Franz Stieger: Opernlexikon - Teil II: Komponisten. 1, Band A-F, Tutzing: Hans Schneider, 1975-1983, 371 p., ISBN 3-7952-0203-5
  • Franz Stieger: Opernlexikon - Teil II: Komponisten. 2, Band G-M, Tutzing: Hans Schneider, 1975-1983, 373-772 p., ISBN 3-7952-0228-0
  • Gösta Morin, Carl-Allan Moberg, Einar Sundström: Sohlmans musiklexikon - 2. rev. och utvidgade uppl., Stockholm: Sohlman Förlag, 1975-1979, 5 v.
  • Gösta Morin, Carl-Allan Moberg, Einar Sundström: Sohlmans musiklexikon : nordiskt och allmänt upplagsverk för tonkonst, musikliv och dans, Stockholm: Sohlmans Förlag, (1951-)
  • Paul Frank, Burchard Bulling, Florian Noetzel, Helmut Rosner: Kurzgefasstes Tonkünstler Lexikon - Zweiter Teil: Ergänzungen und Erweiterungen seit 1937, 15. Aufl., Wilhelmshaven: Heinrichshofen, Band 1: A-K. 1974. ISBN 3-7959-0083-2; Band 2: L-Z. 1976. ISBN 3-7959-0087-5
  • Paul Frank, Wilhelm Altmann: Kurzgefasstes Tonkünstler Lexikon : für Musiker und Freunde der Musik, Regensburg: Gustave Bosse, 1936, 730 p.
  • Gustaf Hilleström: Utlandska ledamöter, in: Matrikel 1771-1971 : Kungl. Musikaliska Akademien, Strängnäs: Nordiska Musikförlaget i distribution, 1971, 286 p.
  • Marc Honneger: Dictionnaire de la musique, Paris: Bordas, 1970-76
  • Zenei lexikon, Budapest: Zenemukiado Vallalat, 1965
  • Joaquín Pena, Higinio Anglés, Miguel Querol Gavalda: Diccionario de la Música LABOR, Barcelona: Editorial Labor, 1954, 2V, 2318P.
  • Philip James Bone: The guitar and mandolin : biographies of celebrated players and composers, London: Schott, 1954, 388 p.
  • Bio-bibliographical index of musicians in the United States of America since colonial times, Prepared by the District of Columbia Historical Records Survey Division of Community Service Programs Works project Administration, Washington, DC: 1941, 439 p.
  • Theodore Baker: Baker's biographical dictionary of musicians - Fourth edition, New York: G. Schirmer, 1940
  • Theodore Baker, Alfred Remy: Baker's biographical dictionary of musicians, Third edition, New York: G. Schirmer, 1919, 1094 p.
  • Carlo Schmidl: Dizionario universale dei musicisti : Supplemento, Milan: Sonzogno, 1938, 806 p.
  • Carlo Schmidl: Dizionario universale dei musicisti, Milan: Sonzogno, 1937, 2V p.
  • Pierre V.R. Key: Pierre Key's musical who's who - A biographical survey of contemporary musicians, New York: Pierre Key, 1931, 498 p.
  • Tobias Norlind: Allmänt musiklexikon, Stockholm: Wahlström & Widstrand, 1927-28, 2V p.
  • Cesar Saerchinger: International who's who in music and musical gazetteer, New York: Current Literature Pub. Co., 1918, 841 p.