Naar inhoud springen

Jean-Baptiste Jourdan

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Jean-Baptiste Jourdan
Jean-Baptiste Jourdan
Geboren 29 april 1762
Limoges
Overleden 23 november 1833
Parijs
Rustplaats Les Invalides
Land/zijde Vlag van Frankrijk Frankrijk
Dienstjaren 1776-1784 en 1789-1833
Rang Maarschalk van Frankrijk
Bevel Noordelijke Leger
Leger van de Samber en de Maas
Leger van de Rijn
Slagen/oorlogen Eerste Coalitieoorlog
Slag bij Wattignies
Slag bij Fleurus
Onderscheidingen Naam gegraveerd op de Arc de Triomphe

Jean-Baptiste Jourdan (Limoges, 29 april 1762Parijs, 23 november 1833), vanaf 1819 graaf Jourdan, was een Frans militair, politicus en maarschalk van Frankrijk

Jourdan werd geboren in Limoges als zoon van een arme chirurgijn. Toen hij twee was, overleed zijn moeder en toen hij negen was ook zijn vader. Op kosten van een oom zat hij enige jaren op kostschool, waarna hij bij een andere oom in de leer ging in diens zijdehandel te Lyon.[1] Kort na zijn zestiende verjaardag in 1778 schreef hij zich in bij het leger om in een Frans regiment in de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog te vechten. Nadat hij om gezondheidsredenen was ontslagen uit het leger in 1784 trouwde hij en begon hij een bedrijfje in Limoges.

Franse Revolutie en oorlog

[bewerken | brontekst bewerken]
Portret van Jean-Baptiste Jourdan als generaal door Johann Friedrich Dryander (1794)

Bij het uitbreken van de Franse Revolutie en de daaropvolgende Eerste Coalitieoorlog nam Jourdan vrijwillig dienst en diende hij als een lage officier in de eerste campagnes in het noorden van Frankrijk. Zijn ster steeg snel en in 1793 werd hij divisiegeneraal. Ook verkoos Lazare Carnot hem om Jean Nicolas Houchard als bevelhebber van het Noordelijke Leger te vervangen. Met dit leger behaalde hij een overwinning in de Slag bij Wattignies op 15 oktober van datzelfde jaar.

Niet lang daarna echter werd hij verdachte, omdat hij een fatalistische mening had over de toekomst van het revolutionaire Frankrijk. Omdat hij op tijd gewaarschuwd werd door zijn vrienden Carnot en Bertrand Barère wist hij een arrestatie te ontlopen en zette hij zijn activiteit als handelaar in Limoges voort.

Franse invasie 1794-1795 in de Nederlanden en het Rijnland

In 1794 werd hij weer opgeroepen voor het leger, en kreeg hij het bevel over het Samber en Maasleger, dat de Oostenrijkse Nederlanden moest binnenvallen. Na meerdere vergeefse pogingen om een oversteek van de Samber te forceren, raakte het leger gedemotiveerd. Toch drong Carnot aan op één laatste poging. Dit keer lukte het wel de Samber over te steken en behaalde Jourdan een overwinning in de Slag bij Fleurus op 26 juni van dat jaar. Door de opvolgende overwinningen in de Slag bij Sprimont en de tweede slag bij Aldenhoven kreeg Frankrijk een gebied onder controle dat tot de Rijn reikte.

In het Waalse stadje Fleurus is nog steeds een atheneum naar deze "bevrijder" genoemd.

Legeraanvoerder en conscriptiewet

[bewerken | brontekst bewerken]

Na Fleurus was Jourdan een gerespecteerd legeraanvoerder. Tijdens de invasie van Oostenrijk en Beieren in 1796 vormde het leger van Jourdan de linkerflank. De campagne begon goed, maar daarna werd Jourdan bij Amberg en Würzburg door de Oostenrijkse aartshertog Karel tweemaal verslagen en moest hij zich terugtrekken tot achter de Rijn. De hele operatie werd een mislukking, op de campagne van Napoleon in Italië na. Hoewel de mislukking vele oorzaken had, werd Jourdan de zondebok en werd aan hem twee jaren geen bevel toegekend. In deze periode begaf hij zich in de politiek. Zijn belangrijkste bijdrage was de conscriptiewet uit 1798, ook bekend als de Jourdanwet. In 1799 kreeg Jourdan weer een bevel over een leger, ditmaal over het Leger van de Rijn. Hij werd echter weer door aartshertog Karel verslagen bij Stockach. Door de teleurstelling en een slechte gezondheid droeg hij het commando over aan André Masséna.

Politiek en staatsgreep

[bewerken | brontekst bewerken]

Jourdan werd een prominent medestander van Napoleon tijdens diens staatsgreep van 18 Brumaire. Als dank stelde Napoleon hem in 1800 aan als inspecteur-generaal van de cavalerie en infanterie en in 1804 kreeg hij de titel maarschalk van Frankrijk. Tot 1806 verbleef Jourdan in Italië, tot Joseph Bonaparte, koning van Napels, hem vroeg om zijn militair adviseur te worden. Samen met deze oudere broer van Napoleon trok Jourdan in 1808 op naar Spanje, maar in deze campagne speelden zij geen grote rol. Na de nederlaag tegen Wellington in de Slag bij Vitoria kreeg Jourdan geen commando van enige betekenis meer.

Hij steunde na de val van Napoleon in 1814 de nieuwe regering, was tijdens de Honderd Dagen weer trouw aan Napoleon, maar keerde zich na de Slag bij Waterloo weer tot de Bourbons. Hij weigerde echter wel om in de krijgsraad zitting te nemen die maarschalk Michel Ney moest veroordelen. In 1816 werd Jourdan gouverneur van Grenoble en in 1819 kreeg hij de titel van graaf. In latere jaren werd hij een fel tegenstander van de royalisten en steunde hij de Julirevolutie van 1830. Hij was toen enkele dagen minister van Buitenlandse Zaken. Na zijn dood in 1833 werd Jourdan begraven in Les Invalides.

Voorganger:
Louis Bignon
Minister van Buitenlandse Zaken
1830
Opvolger:
Louis Molé
Zie de categorie Jean-Baptiste Jourdan van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.