Naar inhoud springen

Hendrik XXXII van Schwarzburg

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Hendrik XXXII de Middelste
Hendrik XXXII van Schwarzburg
Graaf van het Schwarzburger Oberherrschaft
Regeerperiode 1531 - 1538
Voorganger Günther XXXIX
Opvolger Günther XL
Huis Schwarzburg-Blankenburg
Vader Günther XXXIX van Schwarzburg
Moeder Amalia van Mansfeld
Geboren 23 maart 1499
Gestorven 12 juli 1538
Arnstadt
Begraven Onze-Lieve-Vrouwekerk in Arnstadt
Religie Rooms-katholiek
Luthers (vanaf 1527)

Hendrik XXXII, bijgenaamd de Middelste of de Reformator, (23 maart 1499 - 12 juli 1538) was regerend graaf van Schwarzburg uit de linie Schwarzburg-Blankenburg. Van 1531 tot zijn dood regeerde hij over het Schwarzburger Oberherrschaft rond de steden Arnstadt, Blankenburg en Rudolstadt. In tegenstelling tot zijn streng katholieke vader, Günther XXXIX, bekeerde Hendrik zich al in 1527 tot het lutheranisme. In 1533 voerde hij het lutheranisme in zijn gebieden in als staatsgodsdienst. Hendrik werd na zijn dood opgevolgd door zijn achterneef, Günther XL.[1]

Huwelijk en kinderen

[bewerken | brontekst bewerken]

Hendrik XXXII trouwde op 14 november 1524 met Catharina, een dochter van graaf Willem VI van Henneberg-Schleusingen. Ze kregen zes kinderen, van wie alleen de dochters de volwassen leeftijd bereikten:

Na Hendriks dood kreeg Catharina het kasteel van Rudolstadt als weduwezetel toegewezen. In 1547, kort na afloop van de Schmalkaldische Oorlog trotseerde Catharina de hertog van Alva. De hertog had zichzelf uitgenodigd voor een ontbijt in haar kasteel, toen Catharina het bericht kreeg dat zijn soldaten een aantal runderen hadden gestolen. Toen Alva niet meteen inging op haar verzoek om de runderen te vergoeden, bracht ze een aantal gewapende mannen mee en bedreigde ze de generaal met de kreet: "Fürstenblut für Ochsenblut!". Alva gaf zijn soldaten het commando om de runderen terug te brengen en om de inwoners van Schwarzburg en hun bezittingen met rust te laten. Catharina kreeg de bijnaam "die Heldenmütige" vanwege deze daad.[2]

  1. (de) Ulrich Hahnemann (2013): Das Haus Schwarzburg: 1249 Jahre Familiengeschichte eines thüringischen Adelsgeschlechtes, Börde-Verlag, Werl, blz. 23 en 70.
  2. (en) Judith P. Aikin 'The Militant Countesses of Rudolstadt', in: Mara R. Wade (red.) Gender Matters: Discourses of Violence in Early Modern Literature and the Arts, Editions Rodopi, Amsterdam – New York, blz. 22-26.