prefix

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  prefix    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• pre·fix

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘voorvoegsel’ voor het eerst aangetroffen in 1578
• Van het Middelfrans prefixer (werkwoord) en het Laatlatijns praefixum (zelfstandig naamwoord), beide van het Latijnse praefixus, voltooid deelwoord van praefīgō (van prae- (“voor”) + fīgō), uiteindelijk van het Engelse prefix (met het voorvoegsel pre-)

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	prefix	prefixen
verkleinwoord	prefixje	prefixjes

Zelfstandig naamwoord

het prefix o

1. (taalkunde) een gebonden morfeem dat voor een ander woord geplaatst wordt om iets aan de betekenis toe te voegen
2. (natuurkunde) (eenheid) een decimaal voorvoegsel dat kan worden toegevoegd aan elke eenheid van het SI-systeem, om aan te geven dat het om veelvouden of delen van die eenheden gaat
3. (scheikunde) voorvoegsels gebruikt bij de naamgeving van chemisch verbindingen

Synoniemen

• voorvoegsel

Afgeleide begrippen

• [2] SI-prefix

Verwante begrippen

• infix, suffix

Verwante begrippen

Woorddelen in het Nederlands (nld)
toevoegsel • voorvoegsel • achtervoegsel • invoegsel • omvoegsel affix • prefix • suffix • interfix • circumfix

• [2] voorvoegsels: yocto-, zepto-, atto-, femto-, pico-, nano-, micro-, milli-, centi-, deci-, deca-, hecto-, kilo-, mega-, giga-, tera-, peta-, exa-, zetta-, yotta-

Vertalingen

    1. een gebonden morfeem dat voor een ander woord geplaatst wordt om iets aan de betekenis toe te voegen   

Duits: Vorsilbe (de) v Engels: prefix (en) Frans: préfixe (fr) m Italiaans: prefisso (it) m

Pools: przedrostek (pl) Portugees: prefixo (pt) m Spaans: prefijo (es) m Zweeds: prefix (sv), förstavelse (sv)

Gangbaarheid

• Het woord prefix staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "prefix" herkend door:

76 %	van de Nederlanders;
91 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Engels

Zelfstandig naamwoord

prefix

1. (taalkunde) prefix, voorvoegsel dat voor een ander woord geplaatst wordt om iets aan de betekenis toe te voegen
2. (natuurkunde), (eenheid) prefix, een decimaal voorvoegsel dat kan worden toegevoegd aan elke eenheid
3. (scheikunde) prefix, voorvoegsels gebruikt bij de naamgeving van chemisch verbindingen