niets in de handen, niets in de zakken

  • niets in de han·den, niets in de zak·ken

niets in de handen, niets in de zakken

  1. zonder iets te verbergen, zonder misleiding
     Rae stak haar handen op. „Geen lucifers. Geen aansteker. Niets in mijn handen, niets in mijn zakken…”[1]
     Ga naar huis met niets in de handen, niets in de zakken.
    Liefde dient om niets van over te houden, zelfs geen foto's om in te plakken.
    [2]
      En achtervolgens, wanneer ik zal aftreden… wil ik hen zeggen: „Mijne kinderen, daar ben ik; daar hebt en ziet gij mij; niets in de handen, niets in de zakken… kijkt in de uwen… maakt het facit op en ziet of gij uwe rekening hebt… op deze wijze, scheidt men altijd als goede vrienden… geeft mij een' vriendelijken handdruk… en, ten slotte: geheel uw ootmoedige dienaar… en nu ga ik eens regt fiks ontbijten.”[3]
  1.   Weblink bron
    Kelley Armstrong (vert. Sandra van de Ven)
    “Bezwering”, e-book (2010), De VLiegende Hollander, Amsterdam, hfst. 16
  2.   Weblink bron “De gedichten” (2009), De Arbeiderspers, Amsterdam, ISBN 9789029568197, hfst. Ter ere van de goedertieren maan, 7
  3.   Weblink bron
    C.A. van Ray (vert.)
    “De zucht naar ambten, of: De dwaasheid der eeuw” (1829), J.C. van Kesteren, Amsterdam, p. 29