• niet
  • [A] In de betekenis van ‘ontkennend bijwoord’ voor het eerst aangetroffen in 901 [1]
  • afkomstig van:
Middelnederlands: niet, niewet
Oudnederlands: niewiht, niet
Germaans: *ne
Indo-Europees: *ne
  • Verwant in Germaans:
Engels: ne, nought, (Angelsaksisch: ne), Duits: nicht, (Oudhoogduits: niht, niowiht, ni), Fries: net (Oudfries: nāwet)

[A] niet

  1. ontkenning, tegenovergestelde van 'wel'
     Dit zou toch niet mijn laatste nacht op aarde worden? Met zeven andere hikers zou ik de nacht in deze piepkleine ruimte van drie bij drie meter moeten doorbrengen.[4]
    • Het is niet zo. 
  • zo niet
    niet op deze wijze (verschillend van zoniet)
• Dat moet je zo niet doen want dan gaat het boek kapot. 
  • al dan niet
wel óf niet
voor het eigen belang opkomen
  • de zon niet in het water kunnen zien schijnen
jaloers zijn, iets niet kunnen verdragen
  • door de bomen het bos niet meer zien
door een overvloed aan informatie het overzicht verliezen
  • een gegeven paard niet in de bek kijken
iets wat je gemakkelijk krijgt niet bekritiseren
het niet willen/kunnen snappen
nogal dom zijn
  • het ei niet kwijt kunnen (raken)
niet kunnen zeggen wat men eigenlijk graag wil uiten
  • het licht niet onder de korenmaat steken
meespreken, de eigen mening en kennis laten blijken
stelen
  • het zout in de pap niet verdienen
heel erg weinig verdienen
  • niet alle vijf op een rijtje hebben
zich vreemd gedragen, iet goed bij het verstand zijn
  • niet begrepen hebben op
geen vertrouwen hebben in, een lichte afkeer hebben van
  • niet bij de pakken neerzitten
zich niet door tegenslag van de wijs laten brengen
  • niet door de beugel kunnen
iets is verkeerd om te doen
  • niet erg vast in de schoenen staan
zich gemakkelijk laten ompraten
  • niet glad zullen zitten
niet meevallen en moeilijk zijn
  • niet goed snik zijn
geestelijk gestoord zijn
  • niet graag staan in de schoenen van
niet graag van positie willen ruilen met (iemand die in een moeilijke of onprettige situatie verkeert)
  • niet in de haak zijn
niet kloppen
  • niet in de koude kleren gaan zitten
emotioneel raken
  • niet in een goed vel steken
vaak ziek zijn en zelden gezond
  • niet in tel zijn
niet belangrijk genoeg zijn of genegeerd worden door anderen
  • niet kunnen luchten of zien
een hekel hebben aan
  • niet kunnen rijmen met
zien als iets wat niet te verenigen is met
  • niet kunnen zetten
niet echt bereid zijn tot luisteren naar
diep bedroefd worden van
  • niet onder stoelen of banken steken
niet stil houden, maar openlijk een mening uiten
  • niet op mijn weg liggen
ergens niets mee te maken hebben of niet mee willen bemoeien
  • niet op zijn mondje gevallen zijn
precies duidelijk maken hoe iemand over iets denkt
  • niet over één nacht ijs gaan
voorzichtig te werk gaan
  • niet over rozen gaan
er zijn nogal wat moeilijkheden.
  • niet over zijn hart kunnen krijgen
niet doen omdat het te verdrietig maakt
  • niet pluis zijn
niet in orde zijn
  • niet tegen/aan dovemansoren zeggen
uit enthousiasme erg goed worden onthouden
  • niet van gisteren zijn
veel weten, veel begrijpen en snel doorhebben
niet verder gaan dan mogelijk is
  • niet verder zien dan je neus lang is
niet goed nadenken wat de gevolgen van iets zijn
  • niet voor de poes zijn
een grote uitdaging vormen
  • niet voor één gat te vangen zijn
voor alles wel een oplossing weten of weten te vinden
  • niet voor niets
met een of meer goede redenen
  • niet voor rede vatbaar
woedend
  • niet zuiver op de graat zijn
niet te vertrouwen zijn
  • nog niet droog achter de oren zijn
nog niet volwassen zijn
  • nog niet op eigen benen kunnen staan
nog niet zichzelf volledig zelfstandig kunnen redden
  • om niet
zonder dat er een tegenprestatie tegenover staat, gratis
  • Aken en Keulen zijn niet op één dag gebouwd.
voor een uitgebreide klus heb je meer tijd nodig
  • Baat / baadt het niet, dan schaadt het niet
  • Daar kan de schoorsteen niet van roken.
men kan niet alleen van vriendelijke woorden leven
  • Dat wast al het water van de zee niet af.
iets is niet meer te veranderen/aan te passen
  • De appel valt niet ver van de stam/boom.
een kind lijkt op zijn ouder(s) / een persoon vertoont gelijkenis met de ander
  • De boog kan niet altijd gespannen staan.
aan een stuk doorwerken is niet gezond, er moet ook rust tussendoor zijn
  • De dorsende os zult gij niet muilbanden.
iemand die voor je werkt moet je goed behandelen
  • De liefde kan niet van één kant komen.
als je samen iets doet zal ieder moeten bijdragen
  • De splinter in andermans oog wel zien, maar niet de balk in het eigen
over kleine fouten van een ander vallen, terwijl de eigen grote fouten niet worden gezien
  • Die niet waagt, die niet wint
wie nooit een risico neemt kan ook niet iets bereiken
  • Die niet werkt, zal niet eten.
wie bewust niet wil werken heeft geen recht op geld
  • Die staat ziet toe dat hij niet valle.
mensen die alles denken te weten of kunnen, moeten zelf maar oppassen voor fouten en problemen
  • Die vlieger gaat niet op.
die gedachte gaat niet lukken
  • Doe wel en zie niet om.
doe datgene wat je doet goed, doe goede daden, maar verwacht niet geprezen te worden of een dankje wel daarvoor
  • Doe wel naar mijn woorden, maar ziet niet naar mijn daden.
ik geef raad waar je je het beste aan kan houden, maar ik doe het zelf niet
als iemand van uiterlijk is veranderd, maar niet van karakter; ook wanneer een mens ouder wordt, heeft die nog steeds dezelfde karaktertrekken
  • Geld maakt niet gelukkig.
er is meer in het leven dan rijkdom
  • Het bloed kruipt waar het niet gaan kan.
verborgen wensen en verlangens komen vroeg of laat bewust of onbewust bovendrijven, je kan ze niet onderdrukken ofwel: familieleden nemen het uiteindelijk steeds weer voor elkaar op
  • Het geld groeit niet op de rug
geld komt niet zomaar binnen, er moet hard voor gewerkt worden
  • Het is niet alles goud wat er blinkt.
de dingen lijken mooier dan ze in werkelijkheid zijn; mooie verwachtingen kunnen weleens een addertje onder het gras verbergen
  • Het leven gaat niet altijd over rozen.
het is niet altijd zo mooi, iedereen heeft wel eens tegenvallers
  • Het sop is de kool niet waard.
een onderwerp is te onbelangrijk om er aandacht aan te geven
  • Het zijn de slechtste vruchten niet waaraan de wespen knagen.
over de goede mensen worden vaak onaardige dingen verteld
  • Het zijn niet alleen koks die lange messen dragen.
uiterlijk vertoon bewijst niets ofwel: het gereedschap hebben maakt iemand nog geen vakman
  • Het zijn niet allen koks die lange messen dragen
  • Hij heeft de klok wel horen luiden maar weet niet waar de klepel hangt
hij heeft iets gehoord, trekt conclusies, maar kent niet het totaalplaatje
  • In het huis van de gehangene spreekt men niet van de strop
  • In het veen ziet men niet op een turfje.
wie rijk is let niet op een euro meer of minder
  • Je kan niet de kool en de geit sparen.
je moet keuzes maken
  • Je moet de huid van de beer niet verkopen voor hij geschoten is.
men viert best de overwinning niet alvorens er gewonnen is
  • Keulen en Aken zijn niet op een dag gebouwd.
grote projecten kosten tijd (en vergen geduld)
  • Laat uw linkerhand niet weten wat uw rechterhand doet.
als je een ander geld geeft kun je dat beter stilhouden want anderen hoeven het niet te weten
  • Maak je maar boos, dan heb je twee keer werk, één keer om boos te worden, en één om niet meer boos te zijn.
woede kost veel energie en lost niets op
  • Men moet de dag niet prijzen voor het avond is.
pas als alles gedaan is kun je zeggen of het goed ging
  • Men moet de huid niet verkopen voordat de beer geschoten is.
je moet niet geld uitgeven voordat je het hebt verdiend
  • Men moet een paard de rug niet stuk rijden.
men moet niet te veel eisen van een ander
  • Mooie liedjes duren niet lang.
geluk is van korte duur
  • Een mens leeft niet bij brood alleen.
mensen hebben wezenlijke geestelijke behoeften
  • niet geschoten, altijd mis.
als je het niet probeert, komt er ook niks van
  • Het gaat niet om de knikkers, maar om het spel.
meedoen is belangrijker dan winnen
iedereen heeft een eigen smaak, een eigen persoonlijke voorkeur, niets mis mee
  • Stel niet uit tot morgen, wat je vandaag kunt doen.
doelt op actie, wees niet lui of gemakzuchtig, ga door en wel nu. ofwel: door nu het werk al te doen geeft het later een rustiger gevoel
  • Strenge heren regeren niet lang.
wanneer een baas niet een beetje soepel is wordt het voor hem erg moeilijk
  • Vieze varkens worden niet vet.
als iemand te kieskeurig is, krijgt die wellicht te weinig eten
  • Wat baten kaars en bril, als den uil niet zien en wil.
het heeft geen zin iemand te helpen die toch niet wil meewerken
  • Wat de boer niet kent dat eet hij niet.
onbekend maakt onbemind ofwel: als iets onbekend is eten sommige mensen dat niet
  • Wat het oog niet ziet, wat het hart niet deert.
wat je niet ziet en niet weet heb je ook geen last
  • Wat niet weet, wat niet deert.
waar je geen weet van hebt kun je ook geen last hebben
  • Weet wat je zegt, maar zeg niet alles wat je weet.
wees voorzichtig met woorden en je informatie
  • Wie boter op zijn hoofd heeft moet niet in de zon gaan lopen.
als je zelf iets gedaan hebt wat verkeerd is, moet je een ander niet van beschuldigen als die hetzelfde gedaan heeft
  • Wie het kleine niet leert, doet het grote verkeerd.
waardeer de kleine dingen in het leven, ze brengen je tot een groter doel
  • Wie niet horen wil, moet maar voelen.
wie niet luistert naar wijze raad, of wie ongehoorzaam is, zal de gevolgen wel aan den lijve ondervinden
  • Wie niet sterk is moet slim zijn.
wie geen macht of invloed heeft moet zijn slimheid gebruiken om je doel te behalen
  • Wie niet waagt, niet wint.
als je het nooit probeert, zal je ook geen succes hebben
  • Ze maken mij de pis niet lauw
  • Zo zijn we niet getrouwd.
op die manier iets niet afgesproken hebben
[A] m enkelvoud meervoud
naamwoord niet nieten
verkleinwoord nietje nietjes

[A] de nietm

  1. loterijlot waarop geen prijs valt
    • Ik heb nooit geluk, als ik loten koop zijn het altijd nieten. 
[A] o enkelvoud meervoud
naamwoord niet -
verkleinwoord - -

[A] het nieto

  1. geen meervoud wat onbestaand is, absolute leegte
     Je moet een onbekende blijven,
    Je spoor verbergen in het niet,
    En gaan waarheen de nevels drijven
    Tot je geen hand voor ogen ziet.
    [5]
  • in het niet vallen bij
    geheel verwaarloosbaar zijn naast
 Gabbers, alto's, straight-edgers, skaters en clubhousers worden beschreven in korte hoofdstukjes, die in het niet vallen bij de lange lappen analyse waarmee hippies, provo's, soulkikkers en kuiven worden geduid.[6]
[B] enkelvoud meervoud
naamwoord niet nieten
verkleinwoord nietje nietjes

[B] de nietm

  1. klein, vaak beugelvormig, metalen voorwerp dat uit een apparaat (nietmachine) komt met het doel verschillende materialen aan elkaar te bevestigen (vast te nieten)
    • Een nietje in de linkerbovenhoek hield de velletjes papier bijeen. 
  2. (verkeer) (figuurlijk) straatmeubilair in de vorm van een grote metalen beugel waartegen fietsen gestald kunnen worden
  • Het verkleinwoord "nietje" is de gangbare vorm.
vervoeging van
nieten

[B] niet

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van nieten
  2. gebiedende wijs van nieten
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[7]
  1. "niet" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. nietje op website: Etymologiebank.nl
  4. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  5.   Weblink bron Gedicht in: De Tweede Ronde., jrg. 8 nr. 2 (zomer 1987), Bert Bakker BV, Amsterdam, ISBN 9035105427, p. 164
  6.   Weblink bron
    Arjen Fortuin
    “Shoppend door het leven” (24 maart 2000) op nrc.nl  
  7.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be