IJsbrekers
  • ijs·bre·ker
  • Samenstellende afleiding van ijs en de stam van breken met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord ijsbreker ijsbrekers
verkleinwoord ijsbrekertje ijsbrekertjes

de ijsbrekerm

  1. (scheepvaart) een sterk, krachtig schip dat speciaal gebouwd en uitgerust wordt om zich een weg door het ijs te banen en alzo een vaargeul voor andere schepen te openen
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be